Vooral Uit het Boek rondom boven dorp en onder dorp Zeddam

Geschreven op 06-05-1931
Het hotel en pensioenwezen te Zeddam heeft deze dagen een belangrijke schrede voorwaarts gedaan doordat het vanouds bekende Hotel van Raai zeer belangrijk is uitgebreid niet alleen, maar ook doordat deze inrichting thans gemoderniseerd is op een wijze, die deze inrichting in de rij er betere familie pensions heeft geplaatst. Het Berg en Boszicht. Is zeer belangrijk uit gebreid. Het aantal kamers is gebracht van 9 op 20, er is stromend water, warm zowel als koud, er is een moderne badkamer, een zeer goede donkere kamer voor fotografie en verder alle moderne comfort, Zoals men in betere pensions pleegt aan te treffen. Aan de voorkant op de benedenverdieping is een zeer aardige met prettige meubels geïnstalleerde serre ingericht, terwijl op de tweede verdieping een balkon serre de logeergasten een onvergetelijke mooie panorama biedt over het Zeddamse natuurschoon, dat er bevallig langs de golvende heuvels ligt gedrapeerd, welk zitje ongetwijfeld een der aantrekkelijkheden van dit comfortabel ingerichte familie pension uitmaakt. We wensen de Heer van Raaij gaande veel succes met zijn veel verbeterde familie Hotel


 
                      


Uit het boek rondom boven en onder dorp Zeddam
Wat is Montferland
Montferland is een van de hoogste fraai beboste en meest typische heuveltoppen van de heuvelrug in de Lijmers. Volgens de oudheidkundigen is deze top oorspronkelijk een Germaanse burcht geweest. De Heeren van Bergh hadden er later een jachtslot. In ieder geval is het nog steeds het mooiste plekje niet alleen van Oost Gelderland doch zelfs van geheel Nederland. Boven op deze top, doch gemakkelijk voor iedereen te bereiken, ligt over geheel Nederland en zelfs in het buitenland bekende hotelpension, Het Montferland ‘
Op de foto Hotel-pension ‘’ Het Montferland ‘’



Openluchtspel op Montferland
In de wei bij Hotel Montferland werden vroeger zomerspelen in de openlucht opgevoerd.
Een van die spelen, dat veel in drukt, maakte en in herinnering bleef, is dat over Bernadet van Lourdes rond 1955 ‘’ Grot ‘’ Het Frans meisje dat bij een grot Maria zag verschijnen. Lies Hebing-Taken speelde toen voor de moeder van Bernadet. De rol van Bernadet zelf was voor Silvia Verheggen. Met water uit de bron van het Montferland was een echt riviertje aangelegd. Twee avonden werd het openluchtspel opgevoerd. Honderden mensen kwamen uit Zeddam lopend naar het Montferland. Regisseur was Kapelaan van der Eijden.
Op de foto v.l.n.r Silvia Verheggen, Karel Jansen (Vader) Lies Taken-Hebing (moeder) en Saartje van Bergen (zus van Silvia)






Uit het boek rondom boven en onder dorp Zeddam
Lied over Piet
Over Pietje Palm bestaat een lied, gezongen door groep het Slaatje in 1989
Tekst: Toon Hebing en Petra Reyers. Het slaatje bestond verder uit Theo van Uum, Jos Ariens, Bennie van Ampting, Jacqueline Kleinpenning en Janneke Hebing.
Pietje Pal ( Op het melodie van, Sinterklaas wie kent hem niet)
We-j nemmen ollie met terug, een hotje in de tied.
Now vollug der een lied van Pietje Palm en zien Magriet.
Ze heme heel vol blagen,maor die zun het huus al uut.
En daluk zingen jullie met een glimlach op de snuut (refrein)
Pietje Palm,wie kent hem niet, Pietje Palm, Pietje Palm en natuurlijk zien Magriet
Aan de sirrenbargseweg,daor het piet zien zaak
Daor is het wel heel klein en een zootje, o zo vaak
Verwarmings monteur,jao dat is piet zien beroep
maor tegenwoordig steet der jao geen klant meer op de stoep. (Refrein)
Ze holle vol van spelletjes, verstoppertje en zo
dat vinden ze toch wel leuker dan voetbal en domino.
De pan stond op het aanrecht, Magriet die zat er in.
En toen Piet eur gevonden had,Toen kregge ze weer zin. (Refrein)
Vrogger toen re-j Piet vol in een olde Simca rond
Het kon hem niks verekke wat een ander daor van vond
Piet dut het now wat kalmer aan, Hij het zien tiet gehad.
Geniet now van het leven met Magriet, zien lieve schat (Refrein)
Veur een schruufke effe zuuke,effe zuuke
Of een moertje effe zuuke, effe zuuke, effe zuuke
ai, ai, ai ai , ai , ai , ai , effe zuuke, effe zuuke, effe zuuke ,
Refrein, accapella, refrein

Op de foto Greet en Pietje Palm.
Onbekend is of Greet de bijnaam van Margriet is, maar dat denk ik wel







Uit het boek rondom boven en onder dorp Zeddam


Hotel Zeddam in de Benedendorpstraat werd in de jaren 50,60 en 70 geleid door Diny en Leo Kleinpenning, wijd en zijd bekend, vooral door de lijfspreuk, Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg. Veel verenigingen vonden hier indertijd hun onderdak. Van voetbalvereniging Zeddam, Harmonie Kunst na Arbeid, Schutterij St.-Johannes, Loterijclub Altijd louw, schietvereniging het Mikpunt, Biljart vereniging Piet van Tol al wat dies meer zij. Daarnaast werd dit familiebedrijf ook vaak gevraagd voor het verzorgen van huwelijk feesten of van begrafenissen en ander gezin en familiegebeurtenissen. Meestal uit eigen dorp. In de vijftiger jaren waren er regelmatig pensiongasten, mede in verband met de aardboringen in Vethuizen door de NAM. Daarnaast waren er ook regelmatig onderduikers te gast, die dan in de regio op bezoek gingen naar personen die hen in moeilijke tijden onderdak hadden geboden. Ook was het Hotel des tijd het telefoonadres voor velen. In die dagen hadden veel mensen geen telefoon. In de tegenwoordige tijd ondenkbaar. Zo was er eens een telefoon voor in Zeddam, legendarische vrouw Huenders. Voordat zij meeging om haar telefoon gesprek aan te gaan, deed zij eerst haar haren goed. Ze zien mij niet, maar horen me wel en dan moet je er netjes uit zien. Waren haar onvergetelijke woorden. Hotel Zeddam, aan de rand van de Montferlandse bossen, werd ook domicilie van de bridgeclub. Dit leidde al in de zeventiger jaren tot het organiseren van vaak bezochte bridgeweekends, meestal van vrijdag tot maandag. Dit in goede samenwerking met andere hoteliers, werden deze weekends steeds vaker gehouden en mede hierdoor werd ons dierbare Zeddam echt op de landelijke kaart gezet. In 1978 werd het hotel in goed overleg overgenomen door de familie Moors. Een fijn bedrijf met vele prachtige en dierbare herinneringen voor vele Zeddammers en oud Zeddammers ging verder met een nieuwe eigenaar.  


Op de foto’s Diny en Leo Kleinpenning achter de bar. Diny en Leo spelen Toneel, Herman Kleinpenning en aan de stamtafel V.l.n.r Jacob Hillebrand, Eduard van Uum en opa Herman Kleinpenning













In het dorpswinkeltje werd sinds 1924 geen fles verzet.
(Door Henk Harmsen geschreven)
Het is typisch zo'n café en winkelcombinatie waaromheen zich in kleine dorpen het maatschappelijke leven pleegt af te spelen. Beschaduwd door de toren van de Oswalduskerk met zijn bronzen klankengeweld vormt het pand, waarvan nu al sinds zestig jaar de naam Brinks verbonden is, een van de oudheden van het toeristendorp Zeddam. De bestemming, bruin café "" zou afbreuk doen aan de caféruimte, zijn glimmende tapkast en berookte houtwerk, waar een aroma van goede sigaren hangt. Immers, nimmer kregen modepullen vat op dit interieur geen modernisatie, geen nostalgische terugkeer, Alles bleef hier simpelweg bij het oude. Het winkeltje, links terzijde van de ingang etaleert, bont gevulde drop en zuurtjesflessen. De weegschaal spreekt er nog de voorzichtige taal van gram en ons. Puntzakjes en berkensap kennen er er huis plaats bij de rijen houten bakken, waarop in oude spelling de belofte van foelie, noodmuskaat, zout, suiker, meel. Het gebeurt er zo echt oude winkeltje machtig' Moeke Brinks' Niemand mocht hier ooit iets veranderen zo lang mijn moeder leefde. We mochten nog geen fles verzetten. Alles had vanaf 1924 zijn eigen plaats. Dat was gemakkelijk, zei ze altijd. Zo hanteerde zo ook jarenlang dezelfde prijzen, voor het gemak. Ook als de producten allang duurder waren geworden, Zo vertelde winkelier Joep Brinks. In 1981 stierf op 81-jarige leeftijd, Moeke Brinks en sindsdien zetten zoon Joep en zijn vrouw Bets de winkel op de oude voet voort, terwijl zoon Jan het café in eveneens ongerepte staat blijft openstellen, Zo lang het loopt.loopt het zegt Joep, zo'n beetje de bedrijfsleider beruimd Dan feller en met zijn vinger wijzend richt het onbestemde richting, De grote winkels die willen ons de das om doen, Alleen maar om de kleine winkelier eruit te werken, Er is haast niet er tegen op te knokken.
Gelukkig kent het winkeltje Brinks een vaste klantenkring in de boerenbevolking van Vethuizen, een groot gehucht met een handvol langgerekte hoeven. De klandizie stamt nog uit de tijd dat de boeren hier bij Brinks hun' aangang ' hadden, als er zondags met paard en wagen en brikjes of koetje naar de kerk gingen. Hier werd dan het paard uitgespannen en gestald gedurende de mis. Daarna dronken de mannen in het café hun borrel, terwijl de vrouwen in de koffiekamer gratis koffie met kaneelbeschuit kregen. Hier Brande de kachel die soms wel door de Vethuizense vrouwen zelf werd aangestoken na de vroege mis, Bets herinnert zich dat de aankomst gasten om een uur of zeven in de ochtend aankwamen.
' Winkelboekjes '' Toen de automobiel het paard verdrong en bij Brinks de paardenstal langzaam leegliep, Wilde Joep naar Vethuizen om de inmiddels gemotoriseerde boeren hun boodschappen thuis te brengen, respectievelijk per fiets, brommer en auto, Volgens nog steeds hun steeds gehanteerde winkelsysteem, Zo heb ik mijn klanten kring vast kunnen houden. Maar dat ik mijn überhaupt nog kan hanteren als winkelier komt, doordat ik bijna alle artikelen zelf bij de grossier ga halen. Ik geef er mijn ogen goed de kost en bespaar de transportkosten, Het winkel argument loopt van lome kranten tot bezems. Daar staat nog een fles van die vettige levertraan, waarmee kindertongen werden geteisterd. Lang verdwenen gewaande merkartikelen uit jeugdjaren zoals als Branco, koperpoets, Blank, schuurpapier, kachelpoets en boenwas blijken hier nog te liggen in een ongewijzigde verpakking spreken ze van de tijd van zaterdagse wasbeurten in tinnen teilen, Briljante is het haar en leerzame plaatjesalbum, Voor de slacht is hier alles nog aanwezig,snijzaad leverworstkruiden, bloedworstkruid, zolang er vraag naar blijft, wordt het in kleinschalige hoeveelheden ingekocht' Gewelven' We dalen af in de vermoedelijke zeventiende Eeuwe gewelven waarin de drank en bierkelder gevestigd is, Zeer dikke muren voeden een rijke schimmelflora op pleisterlagen van de eeuwen, Als winkelier, Ideaal, Prijst Joep onderaardse kelder. Een pand met een Biscoe van eeuwen, de oude, In 1712 afgebrande boerderij moet er voor 1610 al gestaan hebben. In 1798 was er al een herberg. Bij het slopen van een muur.kwam ook een mond van een bakkersoven tevoorschijn en hier is ook het Zeddamse gemeentehuis gevestigd geweest. Zeddam was toen een zelfstandige gemeente. De winkel kwam er eind 1800, Toen zat er hier een herbergier voorheen.
' Kermis '' Kort voor Zeddamse Kermis 1924 kwam Berend Brinks van het voormalige café Zwanenberg bij Gendringen zich hier vestigen aan de Bovendorpstraat, Hij was getrouwd met de dochter van de Herbergier, Malder en bakker van hal uit Voorst, Zakenlui van huis uit, Ze begonnen in een moeilijke tijd. In de crisisjaren kwamen er in Zeddam liefst zeven levensmiddelen winkeltjes bij. Iedereen die een kamer leeg had, probeerde een graantje mee te pikken., maar al die winkeltjes zijn inmiddels weer opgeheven' Vader Brinks' overleed in 1948 en, moeke '' zette de zaak alleen voort, Het winkeltje is vooral bij de jeugd in trek, omdat hier nog voor kwartjes en dubbeltjes snoep gekocht kan worden, Het plastic gezinspak heeft hier zijn intrede nog niet gedaan en dat zal altijd zo blijven. #Kleine toelichting '' Brinks pannenkoeken verkoopt niet alleen pannenkoeken '' Maar beschermt hiermee ook de winkel, zodat deze in monumentale staat bewaard blijft 'Daar mogen we best wel dankbaar voor zijn 



 Uit het boek boven en onder dorp Zeddam.

Ariens smeden, fietsenmakers.

Dorpssmederijen stonden aan de basis van veel bedrijven in de metaalsector, machinebouw, landbouwmechanisatie, verwarming, winkels in huishoudelijke artikelen, maar ook fietsenhandel. In Zeddam was dat goed te zien. Hierover vertelden de schoonzusters Dinie Ariens/Melissen (98) en Annie Ariens-Van Schriek. De eerste Ariens, Johannes (Jan) uit Oeffelt (1836-1905) trouwde met de dochter Johanna van smid Andries te Boekhorst. Te Boekhorst was afkomstig uit Etten en werkte rond 1812/1817 als smid aan de Benedendorpstraat 53,rechts naast het voormalig Hotel Moors, Hier kwam Jan Ariens in het smidsvak. Na overgrootvader Jan kwam grootvader Hendrikus (1876-1950), daarna vader Jan (1918-1996) als laatste smid generatie. Waar later van Ditshuizen stond, ook aan de Oude Doetinchemseweg (63) was in de vorige eeuw de smederij van Ariens. Rond 1925 zien we op een foto de boerderij links met de werkplaats, die later verhuisde naar het achterhuis op de Dael. In de kleine schuur brandde het smidsvuur tussen de tonnen met varkensvoer. Vader Jan Ariens had nog enkele koetjes erbij met her en der wat stukken grond. De broers Jan en Theo namen de zaak over, waarbij Jan de smid bleef en Theo de afdeling fietsen onder zijn hoede had (Gazelle)Sinds Willem Palm in de jaren 20 in Zeddam neerstreek was er concurrentie gekomen voor de fietshandel, want ook hij voerde het merk Gazelle. In 1972 kwam er een winkel/showroom voor kachels en huishoudelijke artikelen, porselein, ijzerwaren. Daarvoor werd een kleine tussenruimte vergroot. Ria Beijer werkte twaalf jaar in de winkel en had profijt van haar ervaring in etaleren. Nadat Theo Ariens als soldaat uit Indie terugkwam begon hij in 1950 met de fietsen. Hij verplaatste de fietsenhandel in 1957 naar de Vinkwijkseweg 5. Daar ging Annie naar zijn overlijden in 2000 nog acht jaar door. Toen stopte ze omdat ze vanwege het fietsen verhuur altijd zondags thuis moest blijven. Jan Ariens, die ook veel technisch werk verrichte in de toenmalige boterfabriek, stopte toen hij in 1979,65 jaar werd. Het pand aan de Oude Doetinchemseweg werd rond 1989 geruild met de woning van Van Ditshuizen met een mooi uitzicht in het Bovendorp. Bij Ariens werd altijd het oude gebruik van katholiek smeden op Goede Vrijdag in stand gehouden, om die dag attributen van de kruisiging niet te gebruiken en liever een schoonmaak te houden





Uit het boek Rondom boven en onder dorp Zeddam

Rond 1932-33 is Gradus Baars aan de Schapenweg met Ford-vrachtauto begonnen met het rijden van stenen voor Daas Azewijn. Het gezin bestond verder uit Johanna, zijn vrouw en de kinderen Jan, Diny, Antoon en Gerrit. In de oorlog had Gradus een GMC-vrachtauto. In de oorlog hebben de Duitsers die afgepakt (Gevorderd) Dus moest er weer een andere vrachtauto in elkaar gesleuteld worden met onderdelen van diverse auto’s. Wonderwel is hem dit gelukt. De cabine kwam van een Ford, die bij de familie Duenk in een bosje stond. Het volgende probleem was, dat hij twee banden te kort kwam. Deze waren in deze tijd niet te krijgen, maar op een gegeven moment hoorde hij dat bij de GTW in Doetinchem wekelijks banden werden geleverd. Twee banden kreeg Gradus, maar helaas knapte ze allebei gelijk stuk. Het waren oorlogsbanden. Na de oorlog begon hij 's morgens in alle vroegte vee te rijden naar de markt in Doetinchem, zelfs tot in Leeuwarden toe. In de middag als hij weer thuis was moest de wagen schoongemaakt worden. Hekken eraf en dan weer stenen rijden voor Den Daas. Voor de oorlog is Van Ditshuizen begonnen met zandafgraving in het zandgat. Voor Gradus begon het zandgraven rond 1953. Samen met ene Lubbers heeft Gradus met zijn zonen Jan en Antoon eerst een weg aangelegd naar het zandgat toe. Zand laden gebeurde met de bats. Vader heeft met Jan, Antoon en ook dochter Diny heel veel werk in het zandgat verzet. Later werd een transportband aangeschaft, gebouwd door de firma Huisman. Dit was al een hele verbetering, al bleef het nog zwaar werk. Daarna kwam de hydraulische kraan. In die dagen werd het zand afgerekend per vierkante meter, met een contract van vijf jaar. Ook de familie Fuhler was in die dagen druk met de zandafgraving. In 1960 kwam er een einde aan de zandgraverij, omdat er geen vergunning meer was. Er was nog wel overleg met het gildebestuur en volgens het gilde kwam het allemaal wel goed. De vergunning moest van Rijkswaterstaat komen, maar is nooit meer gekomen. Heijting is er later mee verder gegaan. Na 1960 heeft Gradus Baars nog enkele jaren transport gereden. Zoon Jan heeft vanaf 1956 stenen gereden voor Den Daas en Antoon was in die dagen chauffeur. Gerrit, de jongste, werkte als machinebankwerker in Duitsland. Jan is in 1963 verhuisd naar de boerderij van Van Schriek aan de Vinkwijkseweg. De schuur/loods heeft hij verhuurd aan supermarkt Elka(Kip) vervolgens aan Joop Teering tapijt/woninginrichting. In 1982 stopte Ben ten Holder met zijn winkel aan de ‘s-Heerenbergseweg





Uit het boek boven en onder dorp Zeddam

Melkboer Mulling 

De vader van Johan, Johannes Mulling, was getrouwd met Aleida Lenting. Ze woonde aan de Benedendorpstraat 19. Hij was melkboer en had daarnaast een kolenhandel. In de loop van de tijd heeft hij meerdere beroepen gehad. In de Coöperatiewinkel had tante Dina haar kruidenierswaren. In 1967 ging de deur van de winkel op slot. Zoon Theo van melkboer Johan heeft nog vele jaren daar gewoond. Het huis werd later afgebroken en samen gevoegd met Hotel Moors. Het gezin kreeg tien kinderen. De melkwaren werden dagelijks opgehaald bij de boter/melk fabriek, eveneens aan de Oude Doetinchemseweg, Johan heeft als melkboer altijd met paard-en-kar in Zeddam de kost verdiend. Tot aan zijn pensionering in 1976 is hij melkventer geweest en werd opgevolgd door zoon Andre, In 1932 is Mulling lid geworden van het Gilde, Vijftig jaar later werd hij gehuldigd en kreeg een medaillon met daarop de afbeelding van de zo betrouwde hond








Uit het Boek Rondom boven en onder dorp Zeddam

Aannemersbedrijf Kleinpenning 

Uit het gezin van Theo Kleinpenning (1907) en Annie Kleinpenning-Smit (1912) uit Dichteren aan de Schapenweg 4 werden negen kinderen geboren. Twee meisjes van tweelingen zijn na enkele maanden overleden. Theo Kleinpenning begon in 1941 in de Tweede Wereldoorlog met een aannemersbedrijf. Naast woningbouw kreeg hij opdrachten van W.O.G (Waterleiding Oost Gelderland) en de PGEM, later Nuon (Nu Vattenfall) Het water pompstation bij Hotel Montferland en de water putten op de Galgenberg, als mede o.a. de transformatorhuisjes door de hele regio werden door aannemersbedrijf Kleinpenning gebouwd. In 1974  heeft zoon Frans het bedrijf voortgezet. In 1987 begon Frans Kleinpenning met Jan van Erp in tegels en acht jaar later was de bedrijfsbeëindiging, Hierna werd het als bedrijf onderkomen verhuurd, Wesam Kleding heeft hier bijvoorbeeld een verdere bestaan ermee opgebouwd en heeft nu zijn eigen onderkomen op het industrieterrein in s-Heerenberg.





Uit het boek rondom boven en onder dorp Zeddam.

Meijer Kuikenbroederij

Aan de Terborgseweg zien we nog de resten van een bijzonder bedrijf van weleer: Het bedrijf, kuikenbroederij en kippenhandel Meijer, Is begin jaren 30 opgezet door Lau (1907) en Marie Meijer van de Kapelstraat uit Lengel. Hun gezin telde acht kinderen, van wie zoon Jan opvolger in de broederij werd. Lau bouwde aan de Terborgseweg in Vinkwijk een nieuwe boerderij en begon er met een petroleum gestookt broedmachientje. Later volgden meer broedmachines van Pas Reform. Hij hield zelf de kippen en hanen voor de broedeieren. Het broeden is heel secuur werk, zegt Jan, In een kast gingen 7500 eieren en we kweekte 18.000 kuikens per drie weken. We hadden ook de wederverkoop van Sluis, Daar kwam aan de Terborgseweg een Maalderij bij zodat Meijer voortaan bij de kuikens ook zelf voer kon leveren. Toen het na de oorlog begon te lopen werd een mengertje geplaatst. Met kar en paard werd voer rond gebracht in Lengel en Azewijn. Meijer werd een concurrent voor de CAVV en maalde met flinke hamermolen van 50 ampère, die in de buurt stroom weg trok. Buren zagen op de televisie alleen nog maar strepen. Tomberg bouwde vanaf 1955 in de wei koloniehokken voor Meijer, maar met mooi weer vlogen de kippen ‘s avonds in de fruitbomen langs de weg, zodat passanten niet langs durfde. De weg liep hier toen nog met een knik zodat er vooral in het donker nogal eens ongelukken gebeurden. Het bedrijf heeft bestaan tot 2003, er werden nog wel wat bruine koeien aangehouden.








Uit het boek Rondom boven en onder dorp Zeddam.

Moeder en kind

Bij de ingang van woonzorgcentrum Sydehem staat een beeld waarvan misschien lang niet alle Zeddammers weten, hoe uniek het is. Het gaat om moeder en kind van de bekende beeldhouder Marius van Beek (1921-2003) De liggende moederfiguur met kind is gemaakt in 1961 voor de toen nieuwe landbouwhuishoudschool aan de Delweg. Toen de school in 2002 werd gesloopt, na tijdelijk als dorpshuis te hebben gediend, leek het beeld verdwenen, Tot Hilde Thomassen-Starrowsky het na twee jaar terug vonden ergens in een achter tuin. Aan die vondst werd de nodige ruchtbaarheid gegeven met een presentatie in de Rosmolen en maken van kaarten, die de vrienden van Sydehem ten bate van huis en bewoners konden verkopen. Hilde meende dat het beeld heel goed zou passen in de tuin van Sydehem en werd overgedragen aan Sensire. Het kunstwerk kwam uiteindelijk terecht bij Sydehem aan de kant van de Oude Doetinchemseweg, op een verhoogde sokkel en verlicht, goed zichtbaar voor passanten. Eerde bleek de basisschool Roncalli een brief te hebben ontvangen van dochter Sandra van Beek, die op zoek was naar het verspreide werk van haar in 2003 overleden vader, Het was de aanzet voor een verdere zoektocht naar zijn werk, dat in 2011 leidde tot het fotoboek met tachtig beelden, geteld. De vogel, een onderzoek naar de staat van beelden staan er Achtien in Gelderland; Bekend zijn hier vooral het vrijheidsbeeld Gebonden Handen in Doetinchem en dat van verzetsheld Jan Van Hoof met kapotte vlag in Nijmegen, Van Beek ontwierp ook ramen. Op een foto van het nieuwe geplaatste Zeddamse beeld uit 1961 zien we op de achtergrond nog toepasselijk de korenschoven op de akker aan de Vinkwijkseweg, waar afhankelijk de schoolingang was. Marius van Beek woonde en werkte in Oosterbeek. Hij had door eigen ervaringen een sterk gevoel voor rechtvaardigheid en zijn werk verschoof qua onderwerp van madonna’s en heiligen meer en meer naar een vertolking van protesten tegen schending van mensenrechten. Dochter Sandra heeft gevonden dat men veel van het werk van Marius van Beek nogal slordig is omgesprongen. Het was Marius zelf een gruwel als een kunstwerk van hem stond te verloederen. Daarom is ze blij met de aandacht voor haar vaders werk en de herwaardering voor zijn moeder en kind





Uit het boek rondom boven en onderdorp Zeddam

Zeddam was een zogenaamd hulppostkantoor, bij Kumeling aan huis. De familie Kumeling kwam van de Velswijk en Gerard, zijn vader Bernard was ook al brievengaarder en kantoorhouder in Zeddam. Mientje Kumeling-Span, die voor de bestellers alles moest regelen, vertelt (1928) dat zijn ‘'s morgens rond zes uur, half zeven, al op kantoor kwamen om zelf de post te sorteren in de speciale kasten. Dat was altijd een gezellig gedoe in de vroege uren. Ik moest contant geld afpassen en meegeven voor betalingen. We verkochten ook zegels en Gerard spaarde alle eerste exemplaren, maar de verzameling is later helaas niet bijeen gebleven, Bestellers waren in haar tijd Theet van Bree, Gerrit Mulling, Henk Evers, Antoon Berentsen, Teun Krachten (Hulpbesteller) en Theet Derksen, die ernaast ober was. Een stapeltje oude stukken van de Zeddamse hulppostkantoor bevatten nog namen en diensttaken van de vroegere bezorgers Y.Ising (vanaf 1909) T.G.M Overgoor (1897) en Jc Roelofse (1914) Zij haalde post van de tram (Vanaf 1902) deden buslichtingen en bezorgden te voet. Ook in Lengel, Kilder en Braamt. In 1954 was J.P.Th Zweers van juni tot november  hulpbesteller. Van Bree kreeg een ongeluk. In 1960 blijkens een brief over schade-afwikkeling. Ook zien we verklaringen, waarin personen worden gemachtigd om postzendingen aan te nemen. Zoals in 1947 van Pastoor Braam, die meester J.Verbeek voor het schoolbestuur machtigde en een brief van de firma M.v.d Sluys uit Amsterdam, die daarvoor Hendrik Bekker aanwijst. Namens de stoomzuivelfabriek Azewijn mocht P.J. Dijker in 1902 alle poststukken en gelden aannemen en stukken ondertekenen Een dienstinstructie van de PTT uit mei 1938 noemt te verdelen van de wijken waarin toen werd bezorgd. De post wordt gesorteerd in tien delen: dorp Azewijn, Vinkwijk, Vethuizen. Lengel, Braamt 1 en 2, Montferland en Vinkwijksestraat (In werkelijkheid waren er dus 9 delen) In 1939 wilde Bernard Kumeling een postzegelautomaat laten plaatsen en met de PTT werd daarvoor een overeenkomst gesloten. Een instructie van juli 1941 verbiedt het ongeadresseerd verspreiden van politieke stukken zonder Duitse toestemming. Het hulppostkantoor in Zeddam beschikte volgens een inventaris uit 1944 o.a. over een brandkast, Aardrijkskundig woordenboek, Pott, hangklok, portret van de koningin, stempels, regenkleding, weegschaal met gewichten en een metalen wapenbord, Op 24 september 1987 stond in de Graafschapbode een stuk over het afscheid van Theo (Theet) Derksen na ruim dertig jaar. Hierin is te lezen hoe het vroeger bij de post toeging. Derksen had een kapperszaak in Braamt van 1950 tot 1959,maar toen lange haarddracht en elektrisch scheren opkwam, stapte hij over naar de postbestelling. Hij begon om half vijf al met het lichten van de brievenbussen in Zeddam. Per fiets legde hij op een rit naar Azewijn wel 40 kilometer af. Een gemiddelde achterband ging, vooral van Wege het gewicht van het vele muntgeld, maar twee maanden mee. Uitbetaling van Duitse rente aan huis gaf veel werk. In 1978 werd de hele bezorging in ‘s-Heerenberg gecentraliseerd en werd het stil op het kantoor in Zeddam. Door de komst van de groene buitenbus ging veel contact verloren. Meeleven met bijvoorbeeld bruiloft of verjaardag was er niet meer. Bij de hevige sneeuw van 1963 moesten de mensen zelf na de kerkdienst hun post afhalen bij café Peeters in Braamt en Alofs in Azewijn. De Kasteleins hadden er goede dagen aan. De bode was een soort rijdend postkantoor met grote geld bedragen in de tas en hij had ook zegels bij zich. Eens werd een man heel boos over de bezorging van blauwe brieven, maar Derksen stelde hem gerust dat hij geld terug zou krijgen en dat was ook zo. Het vertrouwen was zodanig groot dat de postbode gerust geld bij buren afgaf voor hen die niet thuis waren. Kantoorhouder Gerard Kumeling nam afscheid op 1 oktober 1986. Hij had bijna veertig jaar in Zeddam volgemaakt. Daarnaast was hij actief op sociaal gebied. Zijn vrouw Mientje werkte in het kantoor 21 jaar mee








Uit het boek rondom boven en onder dorp Zeddam

Meester Helmes onderscheiden met verzetskruis

Uit de Graafschapbode van woensdag 17 november 1982.

Voor zijn rol in het Zeddamse verzet gedurende Tweede Wereldoorlog heeft Antoon Helmes, de oud hoofdonderwijzer van Zeddam een verzetskruis gekregen. Hij was in de oorlogsjaren actief in een verzetsgroep van zes tot acht personen rond Zeddam, samen met de toenmalige onderdirecteur van de boterfabriek, Domicus Ettema. Na dienst, gevangenneming door de Gestapo en overbrenging naar het concentratiekamp Neuengamme, nam hij diens taak als verzetsleider en hoofd van de plaatselijke groep Binnenlandse strijdkrachten over(Naar Ettema is later de Ettemastraat genoemd) Al is het alweer een tijd geleden, Het det me toch wel iets om een verzetskruis te krijgen met oorkonde, Eigenlijk ben ik er een beetje trots op, aldus Meester Helmes, zoals deze bekende verschijning in Zeddam nog altijd genoemd wordt. Het nadeel van de uitreiking na zoveel jaren vindt hij wel, dat ouderen iemands verdiensten uit de oorlogsjaren toch wel kennen, maar dat het jongere generatie nu weinig of niks meer zegt. Helmes vertelt, ‘s avonds stonden de Duitsers met zoeklichten op de paasberg in de lucht te turen en hebben Ettema en ik vaak de stroomkabels doorgeknipt. Vele vervalsingen van Ausweisen (Paspoorten) en bonnen hebben we met studenten op de boerderij van Bus Korenhorst gemaakt. Vele nachten maakten we valse stempels. We hadden vaak geen elektrische licht en met veel risico’s haalden we de accu’s uit de pantserwagens die daar bij de boerderij stonden. Op vele boerderijen rond Zeddam zijn talrijke onderduikers ondergebracht, Zoals Fransen, Engelsen en Russen. Een Russische onderofficier brachten we naar een boerderij in de Vinkwijk. We hadden geprobeerd deze rus duidelijk te maken dat hij niets moest zeggen. Aan boer Kock werd gezegd dat deze rus doofstom was. Een paar dagen later kwam Kock bij ons: Die rus is helemaal niet doofstom, want hij kan wel praten, maar ik versta er niets van. Ook mijn vrouw heeft vele onderduikers naar boerderijen gebracht. Zelf heb ik drie weken in Doesburg moeten onderduiken. Zeddam werd mij te gevaarlijk. Ook bij mij thuis werd een inval gedaan. Ik had enkele geheime telefoonverbindingen thuis liggen, maar gelukkig hebben ze die niet kunnen vinden. Dat in Zeddam alles zo goed is gelopen, komt doordat Zeddammers zelf zo goed voor de onderduikers en evacués waren, want elke dag was er wel wat. Vele Zeddammers kwamen elke dag bij ‘ Meester Helmes ‘ over de vloer. Alles kon daar en iedereen werd geholpen, met alle risico’s van dien En de grootste angst was, dat we zouden moeten evacueren, maar achteraf heb ik in al die jaren veel geluk gehad, anders was ik ook in een concentratiekamp terechtgekomen.





Uit het Boek Boven en onder dorp Zeddam

Rijwielhuis Koster.\Hendrik Bernard Koster (1910) uit Lengel gaat bij Marcellis in Wijnbergen/Braamt aan de slag als rijwielhersteller. Vervolgens gaat Koster werken bij van Remmen in de Benedendorpstraat. In 1931 is het huis gebouwd aan de Kilderseweg 10. Aan het huis is tevens een fietswerkplaats gebouwd met winkel voor verkoop van fietsen en bijbehorende accessoires onder de naam rijwielhuis. ‘ Fietsmerken ‘ Met de toen de bekende fietsmerken: Batavus, Union, Phoenix, Juncker enzovoorts. Het tijdperk bromfiets kwam erbij zoals onder andere de Boy Mosquito en Solex met bandaandrijving. De verkoop van rolschaatsen met ijzeren wieltjes was in die dagen spectaculair, Met Koninginnedag werd op de Kilderseweg rolschaatswedstrijden gehouden. Depothouder zijn voor Polygaam (Oranje Bussen) en voor het huis een Avia tankstation (mengsmering) was een goede bron van inkomsten. Op 7 maart 1968 overleed Hendrik Koster op 58-jarige leeftijd. Zijn vrouw Jo Koster-Hafkenscheid bleef achter met drie jongens en vier meisjes. Jarenlang was Hendrik Koster sectiecommandant van de schutterij St.Johannes.









Uit het boek onder en boven dorp Zeddam

Smederij Rikken.

Gerrit Rikken (1905) geboren in Zeddam, trouwde in 1933 met Annie Willemsen (1910) uit Oud-Zevenaar. Het werd een dubbele bruiloft. Zijn zuster Dina trouwde met Frans Roelofsen en het feest werd gehouden in de smederij, hoek Kilderseweg/Schapenweg in Zeddam. Het echtpaar Roelofsen is verhuisd naar Doetinchem. ‘ Travalje ‘ Buiten de smederij stond een houten travalje (Hoefstal) waarin de paarden werden beslagen. Rond 1950 heeft Gerrit met de smederij moeten stoppen wegens lichamelijke klachten. Daarna heeft hij de smederij gebruikt als garage. Zeventien jaar later is de smederij afgebroken en heeft hij daar op die plaats een huis gebouwd en is er samen met Annie gaan wonen





Uit het boek Boven en onder dorp Zeddam 

Liebrand woninginrichting

Hendrik Liebrand (1905) uit Silvolde en Anna Palm (1902) uit Groessen leerde elkaar kennen op een bruiloft van Spaan in Vethuizen. Hendrik was in die dagen timmerman van beroep en Anna coupeuse. In 1931 is de familie Palm uit Groessen naar Zeddam verhuisd. Voor hun trouwdag werd een nieuw huis aan de Kilderseweg 5, Daar was hendrik Liebrand heel trots op. Hendrik en Anna gingen in 1934 trouwen en het gezin kreeg een dochter en drie zonen. Anna begon met een kleine winkel aan de linkerkant van het voorhuis. Thee en handdoeken, naaispullen, ondergoed, Hempjes, Onderbroeken, directoires, onderjurken en knotjes wol. Achter het huis was een naaikamer in gericht. De verbouwing vond plaats in 1954. De benedenverdieping werd winkel en op de eerste etage kwam het naaiatelier. Dochter Liny Liebrand-Spekking, die vanaf haar 17e in de winkel stond. Vertelde dat haar moeder samen met Sophia Stienizen uit Kilder, die later trouwde met kleermaker Bernhard Roes, de eerste coupeuse was. Daarna kwamen o.a. Ans Jansen uit Azewijn, Diny Engelen uit ‘s-Heerenberg en Annie Jasen uit Wehl in dienst. Door de verkoop van stoffen in de winkel werden in die dagen veel jurken, jassen en mantelpakjes door de coupeuse gemaakt. In de winkel werden de stoffen uitgezocht en in het atelier werden de modellen uitgezocht voor het maken \Ook de winkel werd uitgebreid met vitrages, over gordijnen, vesten, pullovers, sokken en kousen enz. Els van de Heijden uit Beek kwam in dienst als winkelmeisje. In die dagen begon Hendrik Liebrand met vloerbedekking. Aangezien Liny geen interesse toonde voor het winkel gebeuren, stapte broer Willy in de zaak, Na het behalen van diploma’s nam Willy Liebrand in 1966 de zaak over. Samen met zijn vrouw Ria van den Konink uit Zeddam en een winkelmeisje, haar jongste zus Yvonne. Anna Palm overleed in 1959 en Hendrik hertrouwde in 1961 met Tiny Bakelen uit Amsterdam. Na enkele jaren kochten zij het huis van Halteren, naast meester Theunissen aan de Kilderse weg, Waar Pastoor Leon Fijen en zijn vrouw wonen  (Dochter Meester Theunissen)

In de beginjaren 80 werd het pand van Liebrand verhuurd aan supermarkt Elka uit Winterswijk, Jos Scholten van Unigro nam het over van de Elka. Willy en Ria Liebrand waren in die dagen een van de eersten in de hele regio met een slaapkamerspeciaalzaak begonnen in het grote pand van Theo (Theetje) Kleinpenning aan de Benedendorpstraat. Het gezin Liebrand is in 1997 geëmigreerd naar Nieuw-Zeeland, Willy Liebrand is in 2011 overleden.





Uit het boek rondom boven en onder dorp Zeddam.

Bank van Willy Rikken 

Willy Rikken (1931) kwam uit een gezin van tien kinderen. Zijn ouders waren Tinus Rikken en Bertha Rikken-Veltmaat. Na de lagere school ging Willy naar de Ulo-school in Doetinchem. Vervolgens ging Willy werken o.a. bij de boterfabriek in Zeddam, de verenigde Blikfabriek Verblifa in Doesburg. In 1963 trouwde hij met Miep Saals uit Ziek (gebied rondom Vethuizen) Zij was vele jaren onderwijzeres in Azewijn, Zeddam en Beek. Het huis werd gebouwd aan de Groeneweg 11,tegen over de markante Torenmolen. Begonnen met een verzekeringskantoor aan huis, De eerste Nederlandse, werd later uitgebreid naar diverse verzekeraars. Een nieuwe kantoorruimte werd plm. In 1975 bij het huis aangebouwd. Drie jaar later heeft Willy het bankagentschap van de Nederlandse spaarbank van Hathe Braam aan de Vinkwijkseweg aangekocht.later NMS Spaarbank. Het gezin kreeg twee jongens en een dochter. In 1986 kwam Marc bij zijn vader werken, Marc en Willy zijn in 1992 met het bankgebeuren verhuisd naar het huis van schoenmaker Frans Kopp in de Benedendorpstraat. Door het vroeg overlijden van vader Willy in 1994 nam Marc het bank gebeuren over onder de naam Regio Bank. In 2012 verhuisde Marc samen met zijn broer Frank, die vanaf 1999 bij hem werkte, en drie jaar later mede-eigenaar werd aan de ‘s-Heerenbergseweg naast cafetaria de Horizon voormalige vestiging van Varwijk geschenken huis





Uit het boek rondom boven en onder dorp Zeddam.

Gebroeders Leijzer.

Midden in Zeddam op het kruispunt staan vier panden. Veearts Hoogland, café Bieleveldt, winkelier Bekker en een dubbel pand waar vroeger Frans Kleinpenning zijn sigaren winkel dreef, met naast hem buurman Leijzer met smederij. Frans Kleinpenning verhuisde rond 1965 naar het voormalige Marktplein aan de ‘s-Heerenbergseweg en herenkapper Addy Wanrooy nam zijn plaats in. Vanaf 1973 woont hier tot nu Wilfried Leijzer. Wim Leijzer (1914) geboren in Silvolde, trouwde met Maria Ophuizen en het gezin kreeg zes kinderen. Zijn broer Jan en zuster Jo behoorden ook bij het gezin van Wim Leijzer. De vader van Wim had als wens kok te worden. Maar door het overlijden van zijn vader kreeg hij de opdracht om de smederij over te nemen. Wim werd hoefsmid. Hij was meer voor het beslaan van paarden(Voorzien van nieuwe hoefijzers) Zoon Wilfried, Na schooltijd ging ik met vader mee om bij de boeren de hoeven van de koeien te bekappen. De paarden werden in de smederij beslagen ‘’ Wim werd 73 jaar’’ Jan Leijzer 91908) was ondanks zijn lichamelijke handicaps een vakman op het gebied van autogeen lassen. Al het fijne staal werden bijna naadloos verwerkt, tot waterbuizen toe. Jan maakte veel smeedwerk op de gevels voor boerderijen en particulieren. Trots was Jan op zijn vroegere werk voor de kerk. Hij maakte immers de gouden bol onder het kruis op de kerktoren van de St.-Oswalduskerk. De twee helften van de bol heeft Jan wekenlang zitten bekloppen met de bolhamer om deze rond te krijgen, Jan overleed in 1992.







Uit het Boek Rondom boven en onder dorp Zeddam

Hotel het wapen van Zeddam.

Een brand op 20 juli 1933 maakte een eind aan het pand van Nol Lammers aan de ‘s-Heerenbergseweg, op de plek waar vroeger het Marktplein was. Voor de herbouw werd uitgeweken naar de overzijde van de weg. Eerst stond daar een keet. Op die plek werd nieuwbouw gepleegd en in 1934 werd weer gestart. Op het oude perceel kwam het Marktplein, waar o.a. de marktvereniging gebruik van maakte en waar ook kermis attracties stonden. In 1963 vestigden zich daar een sigarenwinkel van Frans Kleinpenning en Drogisterij Gerrit Wissink. Hotel pension Lammers was het tot 1953. Het moet ongeveer 34 bedden hebben gehad. In 1953 nam de familie Streuff het bedrijf over en werd het de Kroon genoemd. Later werd dit Edelhert, In 1979 kreeg het met de familie Arends de naam ‘ Hotel ‘t Wapen van Zeddam ‘ Sinds 1985 na twee jaar gesloten te zijn geweest werd het geleid door mw J Hinnen en Dhr. G.J. Tusveld, Momenteel is het afgebroken en worden er appartementen gebouwd.







Uit het Boek Boven en onder dorp Zeddam

Van Loketje tot groot bankgebouw.

De Zeddamse Rabobank, opgericht in 1902,is klein begonnen. Nog tot 1963-64 was het houten pand aan de Vinkwijkseweg bij de familie Braam niet meer dan een kantoortje met aan de straatkant twee balieloketten. Zulke kantoortjes waren ook bijkantoren in Braamt en Azewijn, resp. aan de Langestraat en naast Bakker Berntsen. Privérekeningen had in die dagen alleen de middenstand, maar het melkgeld van de zuivelfabriek ging al snel ook via de bank, de salarissen volgden. Het betalingsverkeer was erg in opkomst. Zeddam lag centraal, het gebouw van de Raiffeisenbank werd vergroot, met de heropening in de Bouwweek Bergh in september 1968. De bezetting groeide snel van drie naar later 34 mensen. In 1990 ontstond door een fusie met Beek de grootste ban van Bergh. ‘ Geld“ Gerrard Egging, 1937 uit Gaanderen, Bij zijn komst in toen pas 26 jaar, begon in het toen nieuwe bankgebouw. Egging had in zijn beginjaren nog meegemaakt dat bankmedewerkers met een tas vol geld op de fiets naar klanten reden. Door contact met de klanten wist de bank of ze betrouwbaar waren. ‘ Kratje Bier ‘ En als iemand kwam praten over een paar tientjes kon het wezen dat hij even later met een kratje bier op de fiets langs fietste. De directeur heette nog Kaiser. Gerard Egging had eerder gewerkt in Angerlo en Horssen (Nu gemeente Druten) In het kantoor Horssen was toen zelfs nog geen reken of typmachine. Van de verhuizing herinnert hij zich: Net voordat we naar de ‘s-Heerenbergseweg verhuisden kwam Gert Rutjes de ruimte aan de vinkwijkseweg nog behangen. Een gesprek op uitnodiging met voorzitter Harry Giesen was genoeg om aan de slag te kunnen. Een woning in Zeddam was ook al geregeld. In oktober 1981 was opnieuw een officiële opening na een grote verbouwing, omdat het toen gehandicapten jaar was, was George Kamperman met zijn rolstoel bij de opening. ‘’ Bankoverval ‘’ Dat de tijden qua veiligheid veranderen bleek in 1974 in Braamt. Op 15 februari, carnaval kwamen na de laatste klant twee gewapende en vermomde overvallers naar binnen in het kantoortje aan de Langestraat, waar Gerard Egging net de kas zat op te maken,’ Dit is een bankoverval, riepen ze. Egging, toen 36 jaar zat er allen, achter tralies. De twee probeerden vergeefs een deur in te trappen. Egging wist snel naar achteren te komen, sloeg een ruit in en riep naar buiten om hulp. Buurman Henk Stegeman hoorde hem en waarschuwde de politie. Er bleek een auto te staan wachten bij het Dorpshuis met een vrouw achter het stuur. De rovers ontsnapten en toen pas vijf jaar later de mislukte overval uitkwam, vond de rechter het niet meer zinvol de drie nog te veroordelen. Het was de eerste bankoverval in de regio. Egging nam afscheid in 1993,hij was toen 57 jaar. Voor allerlei maatschappelijke functies wist men hem te vinden. Zo was hij 34 jaar, tot 2014, penningmeester van het Gerardus Majella gesticht, Later Sydehem, Hij zat in woningstichting, Armbestuur, carnaval en vanaf de oprichting in 1994 als bestuurslid bij de seniorenvereniging.










Uit het Boek Rondom Boven en onder dorp Zeddam

Al in 1145 wordt de Zeddamse Oswalduskerk vermeld. Dat missionaris Sint-Willibrord zelf de stichter was, wordt aannemelijk door de keuze voor de patroon Sint-Oswaldus, want dat was zijn landgenoot, ook afkomstig uit het Engelse Northumbrië. De oudst bekende priester was Jacob, priester van Sedehem, genoemd in 1272. En als in Azewijn een bijkapel wordt gesticht (1370)is Gisbert kerkheer (pastoor) Het kerspel Zeddam omvatte oudtijds het hele gebied, van Stokkum tot en met Wijnbergen: Wehl, Kilder, Braamt, Vethuizen, Azewijn, Lengel,’s-Heerenberg. Wehl en ‘s-Heerenberg zijn het eerst van Zeddam afgescheiden als zelfstandige parochies, de rest volgde in de loop der eeuwen. Nu vallen alleen nog Vinkwijk, Vethuizen en een deel van Lengel er onder. Het kerkgebouw werd meermalen vergroot. 1891-92 kreeg deze de huidige vorm onder architectuur van Te Riele. De kerk raakte bij de reformatie in protestantse handen. De Katholieken moesten het doen met, schuil of schuurkerken. O.a bij Tervoert in Vinkwijk (Op de foto de oudste pentekening van de St.-Oswalduskerk 1100-1450) ‘’ Kerk voor restauratie ‘’ Maar de grote Oswaldus werd na een bezoek van koning Lodewijk Napoleon die met eigen ogen het ruimte gebrek zag, In 1809 aan de katholieken teruggegeven. De protestanten bouwden nu hun eigen kerk in het bovendorp. Zeddam heeft na elkaar drie katholieke, schuil of schuurkerken gehad. De eerste tussen 1700 en 1748 stond ergens tegen over de torenmolen, de tweede na 1748 naast de Weeme op de Bovendorpsstraat, de derde in 1810 was in een grote schuur bij Jan Tervoert (Goed, Vinkwijk en Bielhem) In 1811 is de nieuwe hervormde kerk in het bovendorp in gebruik genomen. Het duo daar in het bovendorp met oude moederkerk en daarnaast dat kleine hervormde bedehuis verteld typisch de hele kerkhistorie van katholiek Nederland.

‘ Diefstal uit de kerk’ Op 16 maart 1937 las de nieuwslezer van de K.R.O, het volgende radio bericht voor, Goedeavond dames en heren, Nieuwsberichten van het algemeen Nederlands Persbureau A.N.P - De koster van de R.K. Oswalduskerk te Zeddam heeft vanmiddag ontdekt dat de offerblokken, die ongeveer 14 dagen geleden geledigd waren, door onbevoegde zijn gelicht. De sloten bleken te zijn door gezaagd.





Van Bakkerij tot Autobedrijf 

Uit het boek rondom boven en onder dorp.


Het bedrijf Theet van remmen beschikte aan de Vinkwijkseweg al over vijf en zevenpersoonsluxe auto´s voor de verhuur en een autorijschool. Er werden speciale rondritten gemaakt met rijtuigen.In de dagen leerde hij Annie Gademan uit Beek kennen, dochter van een kastelein. Haar man was overleden toen zij Theo ontmoette. In 1948 zijn ze getrouwd en verhuisde naar Zeddam met zoon Gerard Schothuis. Zei kregen twee zonen. Frans(1951) is geboren in de Vinkwijk. Een jaar later verhuisde het gezin naar de 's-Heerenbergseweg, het ouderlijke huis van Van Remmen,de rad en karrenmaker. Zoon Willeke, geboren 1954, verongelukte drie jaar later tijdens het oversteken op de 's-Heerenbergseweg. ' Uitbreiding' Garage Van Remmen breidde uit met taxi, autoverhuur, Tankstation (PAM) de garage voor onderhoud en autorijschool. Deze laatste werd gerund door Gerard Schothuis van 1960 tot 2013. Annie was een zakenvrouw in hart en nieren. Zij en Theet hebben een florerende zaak opgebouwd. Die Frans in 71 heeft overgenomen. Theet en Annie kochten in 1966 huis en molen de volharding op de vijfsprong. Dankzij de hobby van Theet werd de Volharding gerestaureerd. Schapen en bijen zwermde rond de molen. Achter de molen werden zomerhuisjes gebouwd. Jarenlang is hij penningmeester geweest bij de carnavalsvereniging De Paverts. Theo overleed in 1981. Ruim 45 jaar heeft zoon Frans de zaak gerund en sinds een tijd terug draait Rick de derde generatie het bedrijf.








Uit het boek rondom boven en onder dorp Zeddam

Groentewinkel Tempel.


Theo(Theet) 1928 uit Wijnbergen kwam uit een gezin van zeven jongens en een meisje. Na de lagere school in Braamt ging Theo naar de middelbare tuinschool in Didam. Vervolgens naar de Hoge Tuinbouwschool in Den Bosch, maar Theo’s voorliefde was Groenteman worden. Als groenteboer trok hij de hele regio door om zijn groenten te venten. In zijn schuur aan huis werden groenten verkocht en de veiling in Zevenaar werd wekelijks bezocht. Theo was inmiddels 26 jaar toen de negentienjarige Mieneke Jansen uit Braamt leerde kennen. Voor de tijd van het venten stonden beide jarenlang elke dinsdag op de markt in Doetinchem.Mieneke Jansen kwam uit een gezin van negen kinderen. Na de lagere school werd de huishoudschool in Zeddam bezocht. Zij en Theo trouwde in 1965 en vier maanden later verhuisde zij naar de Bovendorpstraat, naar het pand van Kapsalon Bronkhorst, die naar de Vinkwijkseweg verhuisde. Het pand was van eigenaar Jan Keurntjes, de peetoom van Mieneke. De winkel werd een semi zelfbediening met levensmiddelen, groenten, fruit en VVV-kaarten. Buiten stond een grote ijskist. De hotels werden dagelijks door Theo bevoorraad. Het gezin kreeg twee jongens.Mieneke Tempel, Je was zeven dagen in de weer.’'s avonds en zondags kwamen altijd mensen achterom die iets te kort kwamen. Dat was heel normaal. Toen de Elka in Zeddam kwam zijn we in 1979 gestopt met de zaak, Theo werkte eerst halve en later hele dagen als kwaliteitcontroleur bij Hak in Doetinchem. Toen Hak verhuisde naar Geldermalsen is Theo mee verhuisd. Op zestigjarige leeftijd is Theo in 1988 gestopt.Wido werkt bij de Jumbo in Duiven als bedrijfsleider en Eddy is de laatste jaren huisman. Zijn vriendin Nicole leerde Eddy in Ulft kennen en zij is wetenschapper. Zij werd voor twee jaar uitgezonden naar Amerika. Daarna is zij gepromoveerd op longziekte/cardiologie, Des tijds werkte ze aan het kankeronderzoek in de staat New Hampshire. Beide Tempels hebben jarenlang gebridged en vele kilometers gefietst. Theo is in 1996 overleden.





Levensmiddelen & Brood


Aan de Bovendorpsstraat naast de kerk was de bakkerij en levensmiddelen winkel van de Erven Meijer. Henny Marrisink was daar die die dagen winkelmeisje.

Rudy Palm kwam daar als zevenjarige jongen geregeld pijptabak halen voor zijn opa.

Kreeg Rudy 10 cent mee van zijn opa. De pijptabak kostte bij elkaar 9 cent. Die ene cent mocht Rudy altijd houden. Palm: In die dagen werden onze boodschappen gehaald bij Herman Peeters en Johan van Fien (Jansen) in Braamt. Verder bij Hegeman en Wissink in Lengel. Bij bruiloften en feesten werd het porselein rondgebracht naar alle kroegen in de regio.







Bakkerij en Kruidenierswinkel Veldmaat 

Rond 1920 kwam de familie Veldmaat uit Twente naar Zeddam. Vader Willen en zoon Jan begonnen een bakkerij en kruidenierswinkel aan de Grindweg, Later de 's-Heerenbergseweg genoemd, waar voorheen de coöperatiewinkel was gevestigd. Jan trouwde in 1926 met Anna Rikken, dochter van Dorus Rikken en Wilhelmina Melissen. Zij kregen twee dochters, Wilma en Ans. In de oorlog 1940-1945 waren Duitsers ingekwartierd met een mobiele keukenwagen. Het hele gezin Veldmaat had in die dagen ook twee evacués gezinnen uit Westervoort en Bemmel in huis. In de laatste oorlogsdagen was er veel schade. De voor en zijgevel waren verwoest.  Pand van de buren, toen de familie Migchelbrink was, een grote puinhoop. De zaak werd in 1959 overgenomen door B. Averdonk.





Buurt Vereniging naar de Beurs

Een verhaal uit 1955.die herinneringen losmaakt, Gerrie Zweers wonende aan de Koningsstraat, Met 2 bussen gingen we met de buurtvereniging naar de beurs in E55 in Amsterdam.

Henk Reijers werkte in die dagen voor het ziekenfonds St.-Lidwina en kwam het geld aan huis ophalen voor het jaarlijkse reisje, altijd op zaterdag. Deelnemers waren onder andere de bewoners van de Ettemastraat, Groeneweg, Koningsstraat, gedeelte van de Schapenweg tot kruispunt Rikken-Varwijk en enkele personen aan de Kilderseweg. Als attractie stond op de beurs onder andere de grootste man van de wereld. Hij woog zo'n 300 kilo, Als je die man een hand gaf, zag je eigen hand niet meer terug. Zulke grote handen had hij, zegt Gerrie Zweers. Op de foto zijn enkele personen niet bekend, Waarschijnlijk komen die uit andere plaatsen en zijn kennis of familie van de deelnemers. Dit om de twee bussen vol te krijgen.





De familie Bisselink

Uit het boek rondom boven en onder dorp in Zeddam 

Nol Bisselink in de Vinkwijk geboren in 1935 verteld over zijn oom en naamgenoot, Nol van de tram, Die vroeger de loop van de stoomtrams bij het station moest regelen. Oom Nol was van 1886,Als die eens ziek was zei mijn vader: Even naar Nol, als ik over de tram begin is hij zo weer beter, Nol van de tram was een heel bekende verschijning, die in dit boek vaker opduikt. Aan de muur hangt een jubileum-wandbord waar op vader Gerrit Bisselink staat met paard-en-kar bij de vroegere zuivel fabriek. Vader, geboren in 1892 was begonnen als boerenknecht in Leegmeer bij Emmerik. Daar werd hij Peter genoemd. Als afkorting van Trompeter, omdat hij trompet speelde. Hij moest er met een vlot naar de weg brengen, raakte een paaltje en de boer schoot op de kop het water in. Na mulo en diensttijd werkte Nol bij naaiatelier Rilex en in de manufacturen, maar toen melkventer Jan Mulling eens een snipperdag moest hebben vroeg directeur Brus me om voor hem in te vallen. Ook zijn broer Jan werkte bij de zuivelfabriek. Nol, Ik heb daar ook op het laboratorium gewerkt, maar dat sloot in 1970. Toen ben ik bij het ziekenfonds gekomen en in de buitendienst. Ik weet nog dat ik bij Theo Streuff van het Edelhert de daar onder gebrachte Surinamer inschreef in het fonds. In 1995-96 ging ik de VUT in. Nol is 70 jaar bij de harmonie geweest. De Bisselinks zijn echte muziek mensen en vader Gerrit was ook erg muzikaal. Die is bij zijn gouden jubileum nog pauselijk onderscheiden voor zijn werk voor muziek en zang als koordirigent, oom piet, geboren 1881, was componist en dirigent en zwaaide het stokje zelfs in Australië. De Bisselinks zijn echte zuivelmensen. Aan de muur bij Nol in de woonkamer hangt een wandbord, dat er aan herinnert dat vader een halve eeuw bij de zuiverfabriek werkte. Op het wandbord staat vader met paard en stortkar, met de fabriek als achtergrond. De stamboom Bisselink, gedrukt bij een reünie in oktober 1988,meldt ons dat de Zeddamse Bisselinks afstammen van ene Jan Besselinck uit Dichteren, die in 1648 trouwde met Gretien van Hoit (Heut) Via Joannes Bisselinck, Evert, Besselink in Langerak en Derk Besseling en Bernardus Bisseling kwam de tak na 1778 in Zeddam terecht. Johannes Bisseling, geboren in 1784,de zoon van Bernardus, woonde op Zeddam 23,dat was de oude boerderij van Span aan de Koningstraat. Dit werd na 1874 de Vinkwijkse tak'






Bieleveldt, Kegels, bier en hoeden.

Over de zaak van Bieleveldt Kegelhuis' aan de grote kruising valt veel te vertellen, Jos Bieleveldt, geboren in 1929,was bereid dat te doen. In oude stukken zien we dat Hotel van Remmen in 1925 al bestond. Vader Frans Bieleveldt is in 1932 ingetrouwd bij van Remmen. Jos: We waren thuis met vijf kinderen, Ik als oudste, Loek de jongste. Theo was banketbakker, moeder Sien van Remmen, haar broers waren Antoon, Jan en vrijgezel Evert. Grootmoeder droeg de zaak in 1925 over aan Evert. De zaak werd uit elkaar gemaakt. Vader kwam uit Silvolde en was reclameschilder. Hij had de schilderacademie gevolgd in Brussel ´Tweeling´ moeder was van een tweeling, met tante Riek, later Riek Greuters, Ze waren helemaal hetzelfde, Een van beide kinderen had steeds een bandje om de arm zodat moeder ze uit elkaar kond houden. Als er later eens een lastige klant in het café was wisselen de meisjes elkaar zonder dat iemand het merkte, En op latere leeftijd werden ze samen ziek. Moeder had in Gendringen een hoedenzaak, In 1932 richtte ze een ruimte bij het café in als winkel voor dameshoeden. ´Biljarten´ Als de hoogmis uitging kwamen mensen biljarten, vaak kwamen dan twee buurjongens van Kuster. Die jongens moesten elkaar ophalen.maar bleven dan mee doen tot er weer een kwam om de rest op te halen en zo waren het er uiteindelijk vijf. De vrouwen kwamen uiteindelijk de mannen maar ophalen. Vaak was het feest. Dan gingen de gordijnen dicht, twee kerels gingen de hoedenzaak binnen en kwamen met hoeden binnen met voile ervoor. Ze gingen op een stoel staan, kerstliederen zingen. Later had moeder hiervoor een speciale doos oude hoeden. Die ze hiervoor mochten gebruiken. Biljarten was altijd tien van rood. Zes of zeven man waren vaste beoefenaren. Ze gingen uit de kerk zo de kroeg in en gingen door tot drie uur, half vier, later zaten ze weer buiten op de stoel te praten. ´ Radio´ Er was eens rond 1956 of 57 een uitzending op de radio waarin werd gezegd dat er een proef werd uitgezonden. De luisteraars moesten de gordijnen goed sluiten en een vochtige doek over de radio hangen, dan zouden ze tv-beelden kunnen waarnemen. Moeder deed het, maar het bleek een 1 aprilgrap. We hadden in het café al vroeg telefoon. Die hing aan de muur. De mensen kwamen hier vaak bellen. Zo ook Hent Thuis. Hij moest naar Limburg bellen. Hij vroeg een vrouw aan de lijn met wie hij verkering meende te hebben. Die kwam aan het apparaat en riep hem iets toe, Wat zei Hent, ik hoef niet weer te komen Meid, jij vergooit je geluk! Het toerisme was druk in opbouw. Ene van Akkeren was penningmeester van de VVV Zeddam, maar niemand mocht zijn boeken controleren. Dat vertelde Leo Helmes mij, met wie ik samen naar het werk reed. De eerste tv was van Pietje Palm. Die kwam altijd ´'s avonds om 10 uur bij ons als er iets mee was. Eens reed hij voor het gemak achteruit naar huis met zijn grote Amerikaanse slee, maar raakte de vuilnisemmer. Wat een herrie. In het Apeldoorn op de automarkt ruilde hij zijn auto eens. Onderweg aan het Dierens kanaal sloeg de motor af. De verwarming viel uit en het werd steenkoud in de auto. Piet die bleef maar zoeken naar de oorzaak. Ach, zei hij, een troost, Wie mijn auto gekocht heeft, is er ook niet ver mee gekomen. Jos heeft de oude gebruiken van Zeddam beleefd en kan daarover veel anekdotes vertellen. Zoals de bijeenkomsten bij het Tolhuis waar op de maandagmorgen door de Zeddamse ondernemers in werkkleding aan de theek van alles werd geregeld. De grotere bruiloften, illegaal slachten in de oorlog, de noodslachtingen van Van Bergen. Daar hadden zwangere vrouwen voorrang. Politieman Scheen, die toezicht hield om ruzie te voorkomen, vroeg aan de wachtenden of er zwangeren bij waren. Riep Trees Kopp-Zweers:ja ik, Sinds wanneer? Vroeg Scheen. Sinds vannacht, zei Trees. In 1958 maakte de familie Bieleveldt plaats voor Aaldering' Het Rollend Raadsel in Kegelhuis Bieleveldt' Kegelconcours te Zeddam. Op het dezer dagen gehouden en bijzonder geslaagde kegelconcours te Zeddam nam onder andere ook deel de onlangs opgerichte dames kegelclub' Op het kantje 'aldaar. De nog jeugdige vereniging toonde zich van haar beste zijde en wist zowaar een fraaie derde prijs in de wachten te slepen. Hierbij een kiekje van de kranige kegelclub.' Op het kantje.








'Pop voor Jos' Tot enkele decennia na de oorlog bestond Oost Gelderland nog het gebruik van pop brengen, Daarbij werd een meisje dat verlaten was door haar vriend door buurt, vrienden en bekenden een pop aan huis gezet. Over het voorval met beiden werd dan uitvoerig gedicht, een zogenaamd pop rijm, her en der in de buurt het dorp rondbezorgd. Het gebruik getuigde van grote sociale controle. Jos Bieleveldt kreeg in 1955/56 ook een pop aan huis, nadat zijn verkering uitging. Zijn toenmalige vriendin was Tine Limbeek, een vriendin van zijn zus. Toen Jos op een zondagmiddag op bezoek kwam bij haar ouders in Vinkwijk werd de tafel in de goede kamer gedekt, maar Jos had het idee dat het toch niks kon worden, misschien omdat hij geen boer was. Tine was bij Bieleveldt thuis als derde dochter. Jos: , Bij de hoogmis van tien uur hoorde ik de mensen op straat lachen. Ik deed een raam open, we gingen naar buiten en zagen de pop hangen. Aan de caféramen hingen pamfletten. Aan de tekst ervan en het stencilen zou meester Helmes de gebroeders Varwijk hebben geholpen. ' Poprijm op Jos Bieleveldt' O Jos O Jos, wat gaat er nu gebeuren? Men hoort nieuws in geuren en kleuren. Ze zeggen: Jos die heeft een reuze strop. Het hele dorp staat op zijn kop. Je vrienden zitten van meelij te Wenen. De tranen vallen hen op de tenen. Hun kelen echter zijn kurkdroog. Want ze klommen vannacht heel hoog. Want ze konden niet zien jouw' minnepijn 'Nu een ander Tine bindt aan zijn lijn. Maar het spreekwoord zegt het wel heel raak. De ene traag, de ander graag. Leest daarom vrienden dit relaas, Die Jos, dat is een leuke baas. De meisjes vinden hem een kei, maar trouwen is er heus niet bij. Hij vindt de meisjes aardig spul, Houdt ook van flauwekul. Hij is lang geen verlegen guit, maar het grote woord wil er niet uit. Hij wilde eens naar de bioscoop, Om te kijken wat was er te koop. Zijn oog viel op een aardig kind. Dat door een ander werd bemind. De arme Jos zag het met verdriet en sprak: Die film bevalt me niet. Wie gaat er met mij mee naar huis? En Tine sprak: Jij arme luis. Ik zal wel troosten jouw verdriet; Dat was het begin al van dit lied. Ze brachten elkaar wel meer naar huis, maar eens was het niet pluis. De storm gierde, de regen viel, Ze werden nat tot op hun kiel. Daarom zocht Jos een droge plek; In Vinkwijk bij de zusters zag. Daar stond in de tuin een mooi prieel. Met tafel en stoelen casueel. Ze baden voor de Lourdesgrot, maar Jos die schrok zich plotseling rot. De pater van het klooster kwam naar buiten. En Jos die nam heel rap de kuiten '' Voetballen '' Voetballen kon Josje ook. Hij raakte nimmer van de kook. Behalve eens te middernacht. Toen Jos uit Emmerik werd gebracht. Bij de grens wist hij van pas noch naam. En Betsie sprak: Jos zie jij mij staan? Toen hield Jos een groot betoog. En sprak: Ben jij er niet een van knoop? Anders vind ik jou een lieveling, maar ik heb nu een in-zing-kin. Ook in Den Haag op het grote kantoor. Gingen heel veel liefdes vaak te Loor. Want meer dan elfhonderd maagden: Die Josjes onschuld belaagden, maar Jos die sprak ferm en fier, Geef mij maar gauw een glaasje bier. Dat kreeg hij bij Marietje wel. Daar stond hij ook heel goed in tel. Jos gluurde er dikwijls om het kiertje. Marietje tapte een lekker biertje. Hij Kaartte er avonden heel getrouw, maar zei, werd een andere vrouw. In het buitenland ging Jos zoeken. Hij las in dikke Duitse boeken. Correspondeerde met een Lieve vrouw, In Bocholt ver over de Rhein. Met vrienden bezocht Jos, dat lieve kind, maar moeder sprak, Wegwezen jij! En Jos huilde onder een lantaarnpaal. Vriend Jos, tot slot een goede raad. Voor trouwen is het nooit te laat. Sla je armen om een slanke leest. Dan krijgen je vrienden tenminste feest.


Zeddam kent allang geen slagboom meer.

(Graafschapbode 8 maart 1986)

Oude Herbergen zijn heel vaak bekende punten. Die iedereen in de streek kent. Namen zoals bijvoorbeeld de Radstake, 't Onland, De Roskam en de Tolhutte hebben bij eenieder een bekende klank. In zo'n tijdje verdient zeker ook 't Tolhuis in Zeddam plaats. In de volksmond spreekt men nog vaak van 'Piet van Tol' Toen midden in de 19e eeuw in de streek alom de eerste kunstwegen werden aangelegd en oude zandpaden met grint, slakken en basalt begaanbaar werden gemaakt, vergden deze wegen dagelijks onderhoud. Gaten moesten worden geslecht en vaak werden oudere zware houten blokken op de weg telkens verlegd, om spoorvorming door de karrenwielen te voorkomen. Om de investering van de verharding te bekostigen en in het levensonderhoud van wegwerkers te kunnen voorzien.werden op gezette afstanden langs deze wegen tolhuizen gebouwd. Kleine huisjes vlak aan de weg, meestal met een soort erker aan de voorgevel, van waaruit de weg kon worden overzien. Daarbij stond een slagboom, die tegen betaling volgens een vast gesteld tarief werd geopend voor paardenkarren, veel, fietsers, voetgangers, hondenkarren, et cetera De tijd was nog gemoedelijk en de tolbaas liep niet zo hard. Het kon gebeuren dat hij eerst rustig zijn werk afmaakte of zijn kopje koffie leegdronk en dan pas naar de tolboom kwam sloffen. Maar een rustpauze was altijd wel op zijn plaats. Daarom was bij zo'n klein tolhuis meestal een klein bierhuisje of kleine herberg in een kamertje aan de straatkant. ' Piet van Tol'  De Zeddamse Tol op de kruising van de wegen Zevenaar/Didam-Beek Terborg en Doetinchem/Wehl 's-Heerenberg-Emmerik was een dubbele tol, waar dus voor beide verbindingswegen tolgeld werd geheven. Maar de tolheffing is hier al in de vorige eeuw ook weer gestaakt. Piet Pennards 'Piet van Tol' de vroeger eigenaar van het Tolhuis, kan zijn jeugd nog net herinneren dat de oude Tolpalen er stonden. Maar geld werd er toen al niet meer geïnd. Waarom deze tol zo vroeg gesloten is niet bekend. De tol bij wijnbergen bijvoorbeeld werd pas op oudejaarsavond in 1930 opgeheven. Het was een van de laatste in de omgeving. De tollen waren voor het moderne verkeer te lastig geworden. Ook Giezenaars tol, op de plaats waar bij Beek de weg van Zevenaar en de Berkenallee bij elkaar komen, is al begin deze eeuw opgeheven. Piet Pennards is een volle prater, Gezeten voor het raam van de bungalow, dat uitziet op het Tolhuis, vertelt hij zijn verhaal. In augustus 1918 kwam hij als 26-jarige knaapje uit 's-Heerenberg toevallig terecht in café-restaurant Juliana in Zeddam, zoals Tolhuis toen heette, Daar ving hij op dat eigenaar Lambert Geurtsen van plan was het pand van de hand te doen om in Stokkum een boerderijtje te kopen. En al op 13 september nam Piet met zijn vrouw Emma het eethuisje over. Dit stond toen nog helemaal in het groen, tussen fruitbomen en linde, en aan de straat stonden enkele huizen. Er was een grote tuin bij, waaruit in de beginjaren groente en fruit werden verkocht. 'Biljartkamer' In de kleine café ruimte ontbrak een kachel. De vaste gasten liepen 'winters door naar het privégedeelte om daar wat te nuttigen. Maar op den duur zaten daar zoveel mensen, dat besloten werd toch maar een kachel te kopen voor het café, Weer later kwam er een biljartkamer aan.' Tien van rood' was al gauw populair bij het jonge volk van Zeddam. De oudjaarsavond was in die tijd altijd een heel bijzonder evenement, verteld Piet. De vaste klanten brachten dan metworst mee en hij tapte voor hen bockbier. Een bekende verschijning was de agent Jan Daals, die nogal eens kwam controleren of het sluitingsuur in acht werd genomen. Die tijd was eerste tien uur, later elf uur en uiteindelijk twaalf uur. Lamberts Geurtsen had inmiddels een cafeetje in 's-Heerenberg en kwam Piet Pennards vragen of hij de naam Juliana mocht geven. Iedereen in de omgeving kende hem namelijk nog altijd alleen van Lambert van Juliana, zei hij. Dat was akkoord en zo kwam de aloude naam 't Tolhuis weer in zwang. 'Speeltuin' In 1930 zag Piet Pennards in Arnhem een speeltuin. Zoiets bestond in de boerenstreek nog niet. Hij zou daar verandering in brengen. Thuisgekomen bouwde hij een carrousel. Van oude telefoonpalen werden bootschommels gemaakt, een brug, ringen en rekstokken, een roetsjbaan (glijbaan) uitkijktoren en draaitrommels. Bij al die nieuwe attributen kwamen onder de bomen ook tafels en stoelen, zodat pa en ma hun spelend kroost in de gaten konden houden. Rondom kwamen rieten matten en een afdakje waar men onder kon gaan zitten. Ranja kogelflesjes waren in die tijd de dranken bij zulke gelegenheden. Een glaasje bier kosten vijftien cent. Voor een gulden kreeg men er zeven. Dus de fooi kwam toen van de kastelein in plaats van de klant. Bij de speeltuin was een houten snoepkraam. (Op de foto Piet Pennards met pony) Als lid van de 's-Heerenbergse gymnastiekvereniging Tabor was Piet Pennards een geoefende atleet. In zijn eigen nieuwe speeltuin gaf hij daarom gymles aan enkele buurjongens zoals Leo Krachten, Jan Derksen en ene Wiendels. Het Tolhuis groeide uit tot een bekende uitspanning. Elke zondag was er een concert in de speeltuin. Muziek verenigingen uit de buurt kwamen die verzorgen. Ook het bekende Ettens mannenkoor maakte hier furore, Toen Elten bij Nederland kwam werd het een drukte van jewelste. Uit Twente kwamen bussen vol mensen op weg naar Elten, Onderweg werd dan de speeltuin van 't Tolhuis aangedaan. Dat waren lange dagen, herinnert Piet zich, Duizend mensen per dag was heel normaal. ´ Brokken ´ Het Tolhuis kreeg in de naoorlogse jaren meer en meer faam als eethuis. In 1954 werd het Tolhuis overgenomen door de huidige eigenaar Gerrit van Raay. Diverse verbouwingen en uitbreidingen maakte van het oude herbergje een modern hotel-restaurant. Ook voor jaren geleden werd een belangrijke verbouwing gepleegd. Wat ook een grote verandering onderging was de wegkruising. Toen het verkeer toenam waren er bijna wekelijks ernstige autobotsingen in de omgeving, maar sinds de wegen zijn verbreed en het kruispunt van verkeerslichten en voorsorteerstroken is voorzien, is het veilig geworden. En waar eens de bekende speeltuin was, wordt nu geparkeerd, Tijden veranderen (Op de foto, Eerste bult naar 's-Heerenberg, Riet Berentsen link en Wil Pennards 1945)' De maandagmorgen club' We spraken met Wil Oorlog-Pennards (1929) meestal aan de hand van oude foto's over het tolhuis vroeger. Ze vertelde over haar ouders, Piet Pennards uit 's-Heerenberg en Emma Mos uit Emmerik. Piet fokte in de jaren 30 paarden en honden. Je had in dit café de zogenaamde maandagmorgen club. Deze zelfstandige Zeddamse ondernemers kwamen onder werktijd bijeen in werkkleding en vierde de blauwe maandag door allerlei spontane invallen. Het kon bijvoorbeeld zomaar zijn dat de club op het idee kwam ergens een feest te gaan te bezoeken. Zoals een kermis in Eindhoven. 'Wil, Thuis hielpen de kinderen altijd glazen spoelen, wat je maar kon. Ik herinner me de kermis, Als Jan van Uum van het pension aan de Terborgseweg (Nu Chinees) en Anna naar Brinks gingen. Als ze dan terugkwamen dan slingerde haar tasje alle kanten op. Van Uum was stratenmaker. Niemand begreep waar de pensiongasten daar allemaal sliepen. De pensionhouders gaven de beste slaapplaatsen aan de gasten. In de oorlog gingen we met de tram naar de mulo aan de Kapoenstraat in Doetinchem. Op een dag mochten we er niet in en bleek het om een transport van joden te gaan. Ik zie nog voor me hoe een kind met de neus tegen het raam gedrukt zat. In 1945  stopte er een vrachtauto uit het Kamp Rees bij ons, De vrijgelaten kamp bewoners huilde. Om ze wat op te beuren speelde Jan Pap (Bisselink) het Wilhelmus uit het hoofd op de piano, maar het gevolg was dat ze nu nog harder gingen huilen. De Duitsers parkeerde bij ons onder het groen en door geallieerde beschietingen vloog het huis in brand.







Het zand was niet aan te slepen.

Het zandgat ontstond door afgraving, Zo verkocht de zanbuul Peters veel geel zand uit het gat. De mensen strooide in die tijd nog wel zand op de keukenvloer. Jan Engelbarts haalde meestal zand voor de bouw. Leden van het Oswaldus gilde konden vrij zand halen, In 1952/53 kwam de familie schepers uit Emmen naar Zeddam. Handelaar Gerard Schepers kreeg contact met het gilde om op een stuk grond bovenaan de bult met zandafgraving te beginnen. In Emmen waren de families Schepers en Fuhler vrienden van elkaar. Zij zaten al in zand en grindwinning, omdat Willem Fuhler daar de kost mee verdiende, werd hij door Gerard Schepers gevraagd om naar Zeddam te komen werken. In 1955 kwam Willen Fuhler voor zes maanden bij Brinks in de kost en in april 1956 kwam de hele familie uit Emmen over naar Zeddam. Later werden nog twee kinderen in Zeddam geboren, Truus en Grads. De jongste is voetbal scout geweest bij Udinese in Italië, Groningen en mede schout bij Ajax, Op de foto Gerard Fuhler (10 jaar) voor de ingang van het zandgat. Links de vrachtwagen en rechts de dragline.

Gerard Fuhler op de foto (midden) klimt tegen de zandbult en een foto met vrachtwagens die op en af reden in het zandgat.

Het gezin kwam te wonen in de blokhut. Zoon Gerard Fuhler was derde uit een gezin van negen kinderen. Na een rit van ruim drie uur uit Emmen kwamen we in Zeddam aan en zag mijn moeder een melkboer op de Bovendorpstraat staan. Dat was ons eerste contact, met melkventer Jan Bisselink. De zandwinning was begonnen en het zand was destijds bestemd voor silo's en huizenbouw. Gerard Fuhler, Een half jaar later kwam een aannemersbedrijf Wilken uit Emmen(familie via een zus van mijn vader)naar Zeddam, omdat de familie Schepers met autohandel verhuisde naar Apeldoorn. Wij waren als kinderen dagelijks na schooltijd aan het werk in het zandgat. Als het zand over zestien meter transportband in een trechter kwam gingen we met alle broers aan de slag om zes tot acht kubieke meter met de schop te verzetten,' Pijpleiding' In 1959 kwam een broer van mijn vader, Gradus Fuhler, ook naar Zeddam. Door omstandigheden stapte mijn vader een jaar later uit de zandafgravingen en verhuisde de familie in 1963 naar Leiden, Later naar Wijthem bij Zwolle. Daar is later de bekende Wijthemenplas ontstaan, Gerard Fuhler heeft tot begin 1964 bij zijn oom Gradus gewerkt. Toen kwam er een einde aan de zandwinning in Zeddam en nam de firma Heijting het over. Gerard bleef zijn werk trouw als kraanmachinist, In de ruilverkaveling en leggen van pijpleiding door heel Nederland, Ik was de eerste kraanmachinist, die in 1964 de eerste gaspijp bij Slochteren legde' Momenteel wordt het zandgat dagelijks gebruikt door de tennisvereniging Zeddam en Joule de boules vereniging en Schutterij en Gilde als schietbaan, Er is momenteel ook een natuur theater aangelegd met activiteiten door de zomer heen.





Jan Ten Holder & Loffel Annie

Jan ten Holder(1929) uit Stokkum kwam uit een gezin met drie zussen. Na de lagerschool ging de jongen Jan naar de ambachtschool voor elektrotechniek in Doetinchem. Na zijn Diploma werkte jan even bij Pas Reform in Zeddam. Daarna als onderhoudsmonteur bij de Doesburgse ijzergieterij. In die dagen leerde Jan zijn toekomstige vrouw Annie Limbeek uit Zeddam kennen. Zij trouwde in 1961 en in dat jaar heeft Jan ten Holder het huis van zijn schoonmoeder Grada gekocht. Het ouderlijk huis van Annie aan de 's-Heerenbergseweg 40. Naast het huis bouwde hij een houten schuur, die gebruikt werd als winkel en werkplaats van elektro. Het houten schuurtje werd later overgedaan aan een duiven vereniging in 's-Heerenberg en heeft jarenlang dienst gedaan bij de oude grensovergang. Op die plaats van het houten schuurtje kwam een grote stenen gebouw voor het huishoudelijke apparaten en installatiematerialen. Jan Hettelaar uit Azewijn en Henk Koster waren zijn medewerkers. De eerste elektroklus was in het huis van Willem Bolk in Lengel. Het gezin kreeg drie kinderen. Marga, Bennie en Renate. In 1967 werd er een groot stuk achter het huis aangebouwd en op de begane grond kwam een etage bovenop, waar de familie ten Holder ging wonen. Een mooie zaak met veel lampen, wit en bruingoed en het installatiebedrijf. De winkel werd gerund door Annie. Korte tijd later kocht Jan een winkel met installatie, bruin en witgoed in Dieren, met zetbaas Jan Hettelaar' Twee Winkels' Doordat Jan ten Holder een hersenbloeding kreeg, nam Bennie, die al vele jaren in de zaak meewerkte, alles over. Zowel in Zeddam als in Dieren gingen beide winkels de deuren op slot en ze werden in 1980 verkocht. De inboedel van Zeddam werd over gedragen aan Jan Baars. In 1981 begon Anja Kleinpenning met een kledingzaak. Momenteel is het pand bewoond door Dali Wellen afslank en anti-aging studio. Bennie ging naar Culemborg als kastelein. Een half jaar later nam het café van Willem Kleinpenning over, dat hij vijf jaar runde. Vervolgens kwam Bennie gij Philips in Nijmegen terecht (zeven jaar) In de avond volgde hij een lerarenopleiding in Eindhoven. Momenteel geeft hij les (26 jaar) aan het Rijn IJssel College in Arnhem 'Lepeltjes' Blaasmuziek stond altijd hoog in het vaandel bij Jan en Annie ten Holder. Vaak begeleide Annie met haar lepeltjes optreden samen met een blaaskapel. Iedereen noemde haar daarom Loffel Annie, Jan te Holder is overleden.





Schoenwinkel Markhorst

Johan Markhorst en Marie Jansen uit Millingen a/d Rijn hebben het huis aan de Kilderseweg 6b in 1954/55 gebouwd. Marie kwam uit een schoenmakersfamilie. Ze leerde aan het eind van de oorlog elkaar kennen. Doordat het gezin Jansen bij de smederij Ariens geëvacueerd was. Het gezin kreeg drie jongen en twee meisjes. Johan Markhorst was in de periode van 1946-1948 meteropnemer en daarna heeft hij tot 1957 bij een weegschalen fabriek in Doetinchem gewerkt. Aansluitend stapte hij over naar AKU in Arnhem. Johan overleed 20 december 1961 op 43-jarige leeftijd. In 1959 is Marie begonnen met een schoenenwinkel in de woonkamer en de schoen reparaties werden in die dagen in Millingen uit gevoerd ' Op de foto Marie in haar schoenenwinkel in 1977)  Volgen de foto De schoenenwinkel in 1958/59 aan de Kildersweg v.l.n.r Maria, Marie, Ellie, zus An uit Millingen en Johan) In 1963 werd de hele voorgevel schoenenwinkel en werd er een schoenmagazijn en woongedeelte aan de achterzijde gebouwd. In de schuur naast het huis begon Leo Jansen voor zichzelf met schoenreparaties. Naast dames, heren en kinderschoenen werden tassen en de voetbal outfit  voor zowel Zeddam en Braamt(Sint-Joris) verkocht. Vaak kwam men op de dag van de wedstrijd (zondag) achter dat er iets aan de outfit ontbrak en moest er voor de wedstrijd het een en ander geregeld worden. In die jaren was dat standaard! Rond 1966 kwam An, een zus van Marie bij haar inwonen. In 1979 werd de winkel definitief gesloten. Heden wordt het pand bewoond door Ben en Diny Giesen, Deze hebben het in 2023 verkocht.






Uit het Boek Rondon Beneden en Boven Dorp Zeddam

Garage Tonnie van Remmen.

Vanuit de Benedendorpstraat heeft Tonnie van Remmen de werkplaats voor fietsen, bromfietsen en het verhuren van auto´s van zijn vader Toon van Remmen in 1960 overgenomen. Wim Koenders uit Braamt was in 1961 zijn eerste medewerker.]in die dagen woonden Tonnie en Mimi van Remmen/Bos in het huis van Dina Engelbarts in de Benedendorpstraat. Enkele jaren later zijn zij verhuisd naar de Kilderseweg 9,waar in 1963 een huis met daarnaast een autogarage, bedrijf en benzine station is gebouwd. De grond werd aangekocht van aannemersbedrijf Jan Varwijk. Die lag tussen smederij Rikken en Varwijk in. Het gezin kreeg drie dochters en een zoon. ´ Ruime Oprit ´ In de garage van 16 meter bij 16 meter, werd een moderne brug aangebracht, Terwijl de bromfietsen en rijwielen in een aparte werkplaats werden gerepareerd. Voor het pand met ruime oprit werden nieuwe Shell-benzinepompen geplaatst. In 1969 werd de garage aan de achterkant uitgebreid. In die dagen werden schoolkinderen vervoerd in Volkswagenbusjes van Tonnie van Remmen. Auto´s werden verhuurd o.a. de Oost/Duitse Wartburg. ´ Verbouwing ´ In 1979 vond een grote verbouwing plaats. Aan de achterkant van de garage kwam een wasstraat en autospuiterij. Het magazijn verhuisde naar de kelder en aan de voorzijde kwam een grote showroom voor auto´s. Het automerk in die dagen was Simca, jaren later Talbot en Peugeot. 'Op 1 van de foto´s Theo van Uum in 1963 in een Simca Jeep als 16-jarige' Het auto bedrijf had vijf personen in dienst. In 1988 is het bedrijf gestopt en de familie van Remmen verhuisde enkele jaren later naar Doetinchem. Tonnie van Remmen is in 2012 op 80-jarige leeftijd overleden ´ Vliegen´ Pietje Palm kwam vroeger geregeld bij Tonnie van Remmen in de garage om mankementen aan zijn auto met onderdelen zelf te verhelpen. Dit keer werden vier oude bougies vervangen. Toen Piet de klus klaarde, startte hij de motor en trapte heel diep op het gaspedaal tot op de bodem van de auto. Een herrie, rook en lawaai in de garage, het kon niet op. Toen vroeg auto monteur Bennie Straub aan Piet of hij met de auto ging vliegen, De wedervraag luide van Piet,Kump de auto van veure al umhoog.








Bakkerij Seegers aan de Kilderseweg 6

Johannes Wilhelmus van Groningen, geboren in 1870,bouwde in 1909 een bakkerszaak aan de Kilderseweg. Na de verkoop aan Gerrit Seegers uit Loil bouwde van Groningen in 1939 een nieuw huis aan de overkant van de weg. Later werd dit bewoond door Marissink, Reis bureau Moors en heden de familie Arie en Tine Salemink. Gerrit en Rier Seegers zijn op 20 juni 1939 getrouwd in Didam. Gerrit kwam uit een Loilse bakkersgezin, die vanaf 1895 een bakkers bedrijf runde, Mijn vader had twee broers, Dirkus en Bernhard. In 1939 had Gerrit twee opties. In Babberich was een café en een bakkerij te koop en in Zeddam de bakkerij van Van Groningen. Als de laatste cafébezoeker was vertrokken moest Seegers na enkele uurtje de bakkerij in. Vandaar dat hij de bakkerszaak van Van Groningen heeft overgenomen. Het gezin Seegers kregen vier kinderen. Beb (Bertus), Rikkie en Gerard. In de beginjaren was er alleen een winkel met brood. In 1958 behaalde Beb (Bertus) het levensmiddelen-diploma. Aansluitend werd de winkel verbouwd en in 1960 was het een van de eerste A&o-winkels. Rikkie heeft vanaf haar zestiende samen met moeder Riet altijd in de winkel gestaan. Broer Gerard was ruim dertig jaar lang bakker. In het begin werkte hij samen met zijn vader, die in 1978 er een punt achter zette. Beb zorgde zes dagen in de week het brood en levensmiddelen in om Zeddam, waaronder diverse Hotels. Van ''s morgens vroeg tot 's avonds laat. Op maandag, woensdag en vrijdag leverde Beb het buitengebied. Dinsdag, donderdag en zaterdag in Zeddam. Vaak kreeg hij te horen onderweg, Werk je maar drie dagen in de week?







Slagerij Daals 

Slagerij Daals begon met de overgrootvader van Frans Daals aan de 's-Heerenbergseweg, maar de volgende generatie, opa Jan Daals, was veldwachter. Vader Nol nam het huis over. Op de foto's van 1957-58 staat Frans al als aankomend slager met vader bij het kopen van vee bij boeren. In dit geval een koe van Harry Duenk. Er werd toen nog volop aan huis geslacht. Op oude foto's is te zien dat huis bij Daals een gewoon kamerraam als eerste etalage diende. Vader Nol was vooruitstrevend en had wel als een van de eersten een gekoelde toonbank. De meeste werkten toen nog met een ijskast met ijsblokken. (Frans en vader Nol 1957) Vader overleed een week voordat die 65 werd. Frans moest de zaak ineens overnemen, met hulp van een winkelbediende. Hij had toen al gewerkt bij een slagerij aan de Haareweg in Doetinchem, Frans had eerst geen zin in de overname, maar de mening van een jongen telde nog niet. Hij moest maar afhankelijk zijn van de horeca, daarin had ik geen zin, want hotels en pensions stelde eisen, alles moest heel vers zijn, maar ze bepaalde zelf de prijs, herinnert Frans Daals zich,'s avonds moest hij de bestellingen ophalen.Vader slachte zelf, maar had een hekel aan schieten en gebruikte de pin. Op een dag toen ik examen moest doen ging het mis met een stier die door een raam vloog. Op het examen vertelde ik dat en daardoor was de tijd snel om.' Hoeveel vet'  Vrouw Hennie ten Eikelder werkte mee in de winkel. Dat viel niet altijd mee, ze weet nog goed dat er klanten die perse zelf hun vlees wilden afsnijden. Vet had vroeger grote waarde, Vader heeft eens een horloge van een juwelier gekregen in ruil voor een hoeveelheid vet. Toen na 1970 de hygiëne-eisen allengs steeds strenger werden, verdween de huisslacht. Slager gingen sindsdien ook meer en meer over op gezamenlijke inkoop in plaats van zelf slachten. Bles in Wehl is als een van de weinigen nog lang met zelf slachten doorgegaan, maar het verdwijnen van de huisslacht betekende volgens Frans het einde van het echte slagersvak. Zoon en opvolger Arnold, die na het stoppen van Frans de zaak in Zeddam nog anderhalf jaar had doorgezet, vestigde zich in Winterswijk als vierde slagers generatie.








Bakkerij Averdonk

Uit het Boek rondom boven en onder dorp Zeddam.

Bennie en Trees Averdonk uit Lichtenvoorde hebben bakkerij/kruidenierszaak in 1959 van de familie Veltmaat voor tien jaar gehuurd. Eef Derksen uit Zeddam heeft vanaf 1965 tot 1972 in de weekeinden gewerkt, zowel in de bakkerij als bij het rond brengen van brood en kruideniersartikelen in Vethuizen, Braamt, Lengel en Zeddam. Bennie Averdonk en Gerrit Keurntjes uit Braamt werken in de bakkerij. In de winkel werkten Trees Averdonk en Leida Keurntjes  (zus van Gerrit) Op de fiets met een grote mand voorop werden de bestellingen rondgebracht. Later kwam er een driewieler aan te pas. Na het behalen van een rijbewijs werden de boodschappen bezorgt per auto. Met Pasen, Pinksteren, Kerstmis en plechtige Heilige Communie en kerstzondag werd op de zondagmorgen in de bakkerij vers gebak gemaakt en aansluitend bij de klanten rondgebracht' Bakkersknecht' Gerrit Keurntjes uit Braamt heeft ruim vijf jaar bij Averdonk in de bakkerij gewerkt Met veertien jaar heeft Gerrit het bakkersvak geleerd in Doetinchem. Met 19 jaar kwam Gerrit bij Averdonk in Zeddam terecht, De start was elke dag vanaf vijf uur tot laat in de middag, rond 18.00 uur. En dat zes dagen lang.' Middags werden onder andere koekjes en cake gebakken. Een keer in de week werd roggebrood gebakken. Van morgens tien tot de volgende morgen werd het roggebrood gebroed. Gerrit zijn zus werkte in de huishouding en hielp ook in de winkel, samen met Hermien Helmink uit Zeddam. Met zijn vierentwintigste kwam Gerrit Keurntjes te werken bij bakker Oldenboom in Langerak en bakker Hebing in Wijnbergen. Daarna keerde hij het bakkersvak de rug toe en ging werken bij Conserven Blom in Doetinchem en verhuisde met Blom mee naar Meteren in Brabant. Heden woont het gezin in Giessen (Noord-Brabant.




Kapsalon Bronkhorts

Als veertienjarige knaap kwam Hendrik Bronkhorst als leerling-kapper bij Teeling in ´s-Heerenberg te werken. Hendrik (1910) kwam uit een gezin met 7 kinderen. Vader Gerrit Bronkhorst had in die dagen met zijn vrouw Anne te Kaat een keuterboerderijtje 'De Pellewel' op het latere industrietrein in 's-Heerenberg. Op 23-jarige leeftijd is in maart 1933 Hendrik Bronkhorst aan de Bovendorpstraat 2 met een herenkapsalon begonnen. Een maand later, tijdens het grote paasvuur op eerste paasdag tussen de bulten van 's-Heerenberg en Zeddam, sloeg de vlam ook over op Hendrik Bronkhorst en Mia van Dillen. Vier jaar later zijn ze getrouwd en kwam Mia in de zaak. Zij begon met een dameskapsalon. Weer twee jaar later werd dochter Will geboren. In de laatste dagen van de oorlog werden de woningen van Kapsalon Bronkhorst, manufacturen Keurntjes, slagerij van Bergen aan de Bovendorpsstraat totaal vernietigd. V.l.n.r Jan Te Booy en Hendrik Bronkhorst 's-Heerenberg 1933, V.l.n.r Mia Bronkhorst-van Dillen, Hendrik Bronkhorst en dochter Will 1950, V.l.n.r Will Bronkhorst, Willy Helmes, Juffrouw Agnes Hendriksen en pianolerares Agnes Gerritsen en Piet van Bergen.

Vanaf 1`945 tot 1950 zijn de salons verhuisd naar het voormalige parochiehuis aan de 's-Heerenbergseweg. In 1950 werd een nieuw pand op de Bovendorpsstraat weer geopend. Vijftien jaar later heeft de familie Bronkhorst een nieuw pand gebouwd aan de Vinkwijkseweg. In 1975 zijn Hendrik en Mia uit de zaak gestapt en verhuisd naar de Kerkweg. Dochter Will heeft de zaak voortgezet tot 1995. Feest was er tijdens het 60-jarige bestaan van de zaak. Het was een komen en gaan onder een geweldige belangstelling, Aldus Will Bronkhorst, die zelf veertig jaar in de zaak heeft gewerkt. Het pand werd verkocht en tot nu toe in handen van Hennie en Wiet Buser onder de naam Papillot.


Slagerij Van Bergen

De slagerij van Bergen, Centraal gelegen aan de Bovendorpstraat, Is vanouds bekend, In een advertentie uit januari 1921 zien we al dat H. van Bergen kan invriezen en' Prima bevroren rundvlees' beleefd aanbeveelt, Met been voor 40 cent per pond, zonder voor 50 cent. Prima eigen geslacht Rund en Varkensvlees en alle soorten worstwaren. Van deze slagerij bestaat een bekende foto serie uit 1950,waarop de 'Paaskoe' wordt getoond. ' Bekroonde Koe' De op een paasvee tentoonstelling bekroonde koe was met een krans om de nek de trots van de zaak. Het rondleiden de koe of os was een toenmalige folkloristische vorm van slagers reclame, die nu bij dierenactivisten misschien niet meer in goede aarde zou vallen. Herman van Bergen trouwde met Maria Winterink uit Drempt. Het gezin kreeg zeventien kinderen. Twee kinderen overleden na geboorte. Jaren later overleden zoon Sjaak, Tijdens de Tweede Wereldoorlog in Birma, en zoon Klaas. De familie bleef met zeven dochters en zes broer, onder wie een tweeling.

Op het einde van de Tweede Wereldoorlog werd hun huis gebombardeerd. Niets stond meer overeind. Achter de slagerij was een noodwoning. De kinderen werden in die dagen overal in de buurt ondergebracht. In 1951 is Jo van Bergen getrouwd met Anneke Bisselink, Dochter van Vad Bisselink de melkboer, Twee jongens en meisjes werden geboren, van wie Klaas in 2010 overleed, Herman van Bergen overleed in 1953.






Zeddam wacht op een openhartoperatie

Zeddam een dorpje in het Montferland op de grens van de achterhoek met Duitsland.

Wacht een openhartoperatie, Niet dat het hart van het met 2500 inwoners niet klopt. Dat doet het wel. Zeddam trekt toeristen, telt maar liefs elf hotels/pensions en wordt wel het bridge centrum van Nederland genoemd. Maar het hart van het dorp is vervuild. Letterlijk. Ongeveer in het centrum ligt een voormalig fabriekterrein waaronder de grond en het grondwater gedurende tientallen jaren zwaar verontreinigd zijn. Hans Stein van de gemeente Bergh, herinnert zich de helse dag 18 maart 1983 alsof het gisteren was. De wethouder ziet ze weer binnenkomen, de twee provincieambtenaren,1 met zijn been in het gips. Onaangekondigd kwamen ze bevestigen wat al een tijdje werd vermoed. Het hart van het kerkdorp Zeddam waar jaren lang galvaniseerbedrijven Van Remmen afval in de grond gekieperd had, was verontreinigd met metalen en met oplosmiddel tri-chloor-etheen. De vervuiling was zo enorm en zo bedreigd dat samen onderwijl zou moeten gebeuren. Pas 12 jaar later staat Zeddam tenslotte aan de vooravond van een gigantische schoonmaak operatie. De stapel dossiers op het gemeentehuis schat wethouder Stein op een gewicht van 17 kilo. Want na het provinciale bezoek van destijds volgen onderzoek op onderzoek. En al die tijd was het van Remmen terrein afgesloten met een groot hek. De buren telen al jaren lang geen groente meer in eigen tuin. Werden eind jaren 80 in het bodemsaneringsprogramma de kosten nog op een miljoen gulden geschat. Begin jaren 90 was het bedrag opgelopen naar zeven a acht miljoen gulden, En dit bleek nog aan de optimistische kant te zijn, Nu wordt gerekend op bijna twintig miljoen gulden. Ook Hans Stein wacht. Na 12 jaar is hij er enigszins gelaten onder. Ik heb wel gezegd. Hadden we het niet meteen kunnen weten? Maar ja, eerst krijg je een oriënterend onderzoek dan en na onderzoek en zo wordt ze zeef steeds kleiner. Aan Christien Stigter, die toen nog gedeputeerde was heb ik gevraagd, potdomme twintig dertig vijftig zeventig en nu negentig meter die in de bodem in, Zijn wij soms verantwoordelijke voor de vervuiling in Australië.

Provincie ambtenaar en projectleider Martin Kaal wijt het langdurige onderzoek aan gebrek van kennis. Toen de vervuiling ontdekt werd stond bodemsanering nog in de beginfase. De kennis was nog niet zo dat de verontreiniging snel in beeld was te brengen. We wisten net dat je moest boren, maar niet hoe diep. Boven die dachten we toen nog dat het niet zo erg was. Dieper dan 20 meter zou het wel niet zitten, dachten we. Achteraf bleek de vervuiling op 90 meter te zitten. Onderzoek naar verontreinigde plaatsen wordt nu heel anders en met geavanceerd apparatuur aangepakt. Veel sneller wordt duidelijk hoe ernstig en omvangrijk een vervuiling is. Het Gelderse lijstje telt op dit moment een reeks miljoenenverslindende schoonmaak projecten. Daarvan zijn een aantal urgent en dus in uitvoering Begonnen is met de voormalig vaten spoelerij Van Marmeren en de spoorkuil in Nijmegen. De voormalig stortplaats Oortveldlaan in Ede en het zandgat in Dieren ook een voormalige stortplaats. Dat laatste project is met 25 miljoen meteen ook de duurste, ook al omdat er woningen moeten worden gesloopt en herbouwd. Zeddam staat met 19 miljoen gulden op een tweede plaats. De vervuiling de Julianalaan in Epe is in aard en omvang te vergelijken met Zeddam. Bij het Neproma terrein in Arnhem zijn de risico's meer acuut. En tot slot vermeld de provincie ook nog de gasfabriek Arnhem, Magnussollax en Gelria Ede. Al deze projecten zijn nog in de voorbereidende fase. Zeddam blijkt dus behalve aan de voet van het heuvelachtige beboste Montferland ook op een grote gifbelt te liggen. De omvang van de verontreiniging is nauwelijks te bevatten, Vanuit de kerktoren is nog enigszins voor te stellen hoe in het bruingroene, braakliggende en door huizen omsloten terrein nikkel en chroom zijn opgeslagen. Diep daaronder is over een oppervlakte van elf hectare het tri-chloor-etheen in het grondwater aanwezig. De immense vlek onder het dorp is het gevolg van jarenlang volgehouden milieuvervuilende bedrijfsvoering, Midden jaren veertig begon Van Remmen met zijn bedrijf Metaalresten die vrij kwamen bij het bewerken van het materiaal kwam in de bodem terecht. Het slib van de ontvettingsbaden werd op het terrein te drogen gelegd. Het vocht dat daarbij vrij kwam, Trok de grond in. In 1962 werd er een riolering aangelegd, Via het riool kwamen ook stoffen in de bodem terecht. Van Remmen stopte in het vorige decennium met de productie in Zeddam. De gebouwen werden in 1989 gesloopt. Nog steeds vloeit de vlek onder Zeddam verder uit, Zolang niemand groente uit zijn tuintje eet, loopt geen mens gevaar. Directe bedreiging van het waterwinning gebied is er nog niet.maar de sanering mag niet te lang op zicht wachten. Het saneringsplan is gemaakt door de provincie. Ambtenaar Martin Kaal heeft begin dit jaar op een voorlichting avond de inwoners verteld welke overlast hen te wachten staat. Hij wond er geen doekjes om. Hans Stein deed er nog een schepje boven op, Zeddam is een ernstig zieke patiënt die een openhartoperatie staat te wachten En bij dat soort operaties moet de omgeving veel pijn lijden' Zodra het sein uit Den Haag komt gaat Kaal over tot wat het stappenplan wordt genoemd, Het begint met spitten, Alle verontreinigde grond wordt schoongemaakt. Tot 15 meter diep wordt het bedrijfsterrein afgegraven.40.000 ton grond moet gereinigd worden 'Het braakliggende terrein verandert in een grote modderpoel, Op negen meter diepte begint het grondwater. Om het hele terrein wordt 24 meter lange damwanden in de grond gebracht, Speciale vrachtwagens slepen ze aan. De grond wordt deels met een installatie op het terrein gereinigd Een ander deel wordt per vrachtwagen naar elders vervoerd en latere, na reiniging teruggebracht. Om zoveel mogelijk overlast voor de Zeddammer te voorkomen wordt een aparte toegangsweg naar het terrein gemaakt. Maar toch zeker 1 tot 2 is het lawaai van de grond te horen en daveren voortdurend vrachtwagens door het dorp. Als laatste is de reiniging van het grondwater aan de beurt en daar trekt de provincie 15 jaar voor uit. Aan de rand van het dorp wordt een speciale acht meter hoge zuiveringsinstallatie gebouwd. Met het ondiepe grondwater waar oplosmiddelen, metalen en cyanide wordt begonnen. Daarvoor worden de twee bronnen geslagen vlak bij het voormalig bedrijfsterrein Van Remmen. Langs de weg onder de grond wordt vier kilometer leiding gelegd naar de zuiveringsinstallatie. Het trottoir wordt daarvoor opengebroken. Zo wordt twintig kuub water per uur gereinig. Het schone water gaat weer de bodem in om verdroging te voorkomen. Wat niet schoon is gaat het riool in naar Braamt. Na twee jaar bekijken we de stand van zaken, verteld Kaal, Dan beginnen we met de sanering van het diepe grondwater waar de oplosmiddelen in zitten. In de omgeving komen er dan negen bronnen bij en 140 kuub per uur gaat door de zuivering installatie. Daarvoor moeten nieuwe leidingen wordt gelegd. De inwoners van Zeddam reageren berustend op de enorme saneringoperatie die hun tot nu toe zo stille dorp, dat vooral in trek is bij rustzoekende ouderen uit alle delen van het land, straks op de kop zet. Ze weten dat hen veel overlast boven het hoofd hangt, maar ze realiseren zich ook dat de tijd en geld vretende sanering pure noodzaak is. Geen idee wat het ons aan overlast oplevert, maar die sanering moet gebeuren. Of we het fijn vinden of niet. Ik hoop alleen dat ze er snel mee beginnen. Er is al veel tijd verstreken.

Hotel eigenaar A Moors van de Benedendorpstraat krijgt de saneringsoperatie niet ver van de voordeur. Hij vreest niet veel overlast. De reiniging van de grond zal lawaai opleveren, maar dat is overdag. Er gaan twee bomen op het parkeer terreintje weg en zo zullen er meer vervelende dingen zijn. Maar ik sta daar niet zo vaak bij stil.1 ding is zeker het moet gebeuren. Moors vindt dat de rijksoverheid nu snel met geld voor de sanering over de brug moet komen. 20 miljoen gulden veel geld? Ach, als je ziet dat veel grotere bedragen uitgegeven worden aan minder nuttige zaken, dan is dat maar betrekkelijk. Bij deze sanering zijn grotere belangen in het geding. Bovendien hoe langer ze met reinigen wachten des te duurder het wordt'' Moors heeft zijn jeugd door gebracht pal tegen het Van Remmen terrein aan. Nooit in de gaten gehad dat daar zoveel gif in de grond zat? , Nee eerlijk gezegd niet. Maar dat geldt niet alleen voor ons, Ook de overheid kreeg pas in de gaten dat het daar niet goed zat toen het veel te laat was.









23-10-1980

Aanpak Zeddam Noord wacht op GS


Woningbouwvereniging Bergh is actief op alle fronten.

Zeddam Gilderbongerd de nieuwe naam voor bestemmingsplan Zeddam-Noord.

Waar totaal 149 woningen zullen worden gebouwd. Is bouwrijp. Het grondwerk is klaar, zo meldt de woningbouw vereniging Bergh. Het wachten nu is op goedkeuring door gedeputeerde staten voor de bouw van 61 woningen.

Een belangrijk onderdeel van het plan is de aanplant van bomen in het Schapenbos. Een project dat mede zal worden gesubsidieerd door staats bosbeheer. De woningbouwvereniging Bergh heeft in totaal overzicht nog eens alle activiteiten n de plannen voor de toekomst in de gemeente Bergh op een rijtje gezet. Zo blijkt dat in Azewijn behoefde bestaat aan de bouw van vijf bejaarden woningen, maar op dit moment is er geen bestemmingsplan. Dat het mogelijk maakt in de vraag te voorzien. De woningbouwvereniging stelt zich op het standpunt dat als binnen afzienbare tijd een project in 's-Heerenberg van de grond komt. De vijf bejaarden woningen voor Azewijn hierin moeten worden ingepast. In Stokkum konden het afgelopen jaar vier bejaardenwoningen worden gerealiseerd en daarmee zijn wat dit betreft de laatste bouw terrein uitgegeven.

In Braamt is de woningbouwvereniging bezig met het renoveren van veertien woningen, 1 van de woningen zal worden aangepast voor bewoning door een mindervalide. In Kilder is men bezig met de bouw van vijftien huurwoningen en is een plan voorbereiding voor de bouw van nog eens zes huurwoningen in Molenveld. In Beek heeft men de bouw van twaalf premie-A woningen en 13 woningwetwoningen onderhanden en daarmee is een einde gekomen aan de uitbreidingsmogelijkheden op de Kolkstede, Belangrijke woningverbeteringen zijn of worden uitgevoerd in 's-Heerenberg, Zo werd een groot aantal woningen voorzien van individuele verwarming in plaats van de eerdere toegepaste blokverwarming. Op het bultje worden acht bejaardenwoningen gebouwd. Ook wordt voorzien in huisvestiging voor alleenstaande of onvolledige gezinnen. Er komen acht appartementen in het voormalig pand van Jasperse. Voort worden nog veertien woningwetwoningen gerealiseerd aan de Plantsoensingel Zuid en levert de woningbouwvereniging een belangrijk aandeel voor wat betreft renoveren van 50 Oostenrijkse woningen.







12-4-1989

Parochiehuis Zeddam tegen de vlakte

Zeddam. Het voormalige parochiehuis aan de 's-Heerenbergseweg zal binnen enkele dagen geheel verdwenen zijn. Deze week hebben slopers de hamer ter hand genomen en zijn begonnen met het afbreken van het oude pand.

Al ruim 10 jaar is het voormalige pand in het bezit van de gemeente.

Plannen om het pand een nieuwe bestemming te geven verdwenen om uiteenlopende redenen van tafel. Op de plek waar het parochiehuis staat zullen vijf huurwoningen verrijzen. Als alles meezit, zal binnenkort met de bouw begonnen worden. Daarnaast komt er een parkeerterrein voor bezoekers van de naast gelegen Rabobank. Het parochiehuis werd tot afgelopen zaterdag door de centrale hulpdienst Bergh gebruikt als opslag ruimte. De hulpdienst heeft haar materiaal nu opgeslagen in de keuken van de voormalige huishoudschool aan de Vinkwijkseweg, Van de gemeente Bergh heeft de hulpdienst de toezegging gekregen dat ze in ieder geval er twee jaar gebruik van mogen maken. Daarna, in 1991 zal bekeken worden wat er met de voormalige school moet gebeuren. Eventueel wordt het gebouw omgetoverd tot dorpshuis of gesloopt. In beide gevallen zal de hulpdienst moeten omzien naar een andere opslagruimte.


Vele Zeddamers zullen de komende dagen even stil staan bij de sloop werkzaamheden

aan de oude dorpsschool. Nog eenmaal laten de autochtone bewoners die hun eerste 

en niet zelden enige onderwijsjaren in de hoge lokaliteiten met de houten lessenaartjes, te griffelen en de lei hebben door gebracht hun ogen dwalen over het verlaten schoolplein met de breed getakte bomen, de smalle stijl ramen en het lager stoepje naar de voordeur. Het prototype van een sfeerrijke dorpsschool

uit de jaren Ot en Sien, Vanaf het jaar 1922 klepperden hier de Klumpkens vrolijk 

onder de voeten van het, speel grage kinderen. De ouderen kennen nog meester Verbeek, die tijdens zijn lange staat van dienst als hoofd van de rooms-katholieke jongensschool

zijn stempel op het Zeddamse schoolleven heeft gedrukt, Nadat de heer J Teunissen in 1960 diens taak overnam, Heeft hij nog zestien jaar het krakende pand, dat inmiddels ernstig door de tand des tijds was aangetast dienstbaar gemaakt aan het basisonderwijs

Over luttel aantal dagen kan enkel de oude doos de herinnering van deze karakteristieke dorpsschool het nog levendig houden.


De Jongens school 

Beeldbepalend in het bovendorp was het in de vorige eeuw de oude jongenschool.

Deze dateerde samen de woning voor het schoolhoofd van 1922. Pastoor Meijer vooral was een groot voorstander van een katholieke jongens school. In plaats van de bouw van een nieuwe openbare school, waar toen plannen van waren.

De grond was van de katholieke kerk. Het geheel werd ontworpen door de architect Th. Van Ditshuizen, aannemer was Willem Kleinpenning, die school en woning bouwde voor 60.190 gulden. Het was een fraai en degelijk gebouw met granitovloeren en veel metselwerk. Op 1 september 1922 was de ingebruikneming. In de laatste oorlognacht liepen school en woning grote schade op door Duits vuur granaatvuur. Ondanks de herbouw was het gebouw begin jaren 60 verouderd, In de herfst van 1980 kwam de sloop. Op het terrein werden zes woningen gebouwd.







Dokter Kok, Wat is een man zonder hobby.

Bij het indrukwekkende woudland (bos) van Montferland ligt het plaatsje Zeddam. En in dit stille dorp, vrij dicht bij de oostelijke grens, staat een groot huis waar Dhr. Kok zijn praktijk uitoefent. Om half zes vanmorgen zei hij tegen een gelukkige vader u hebt een welgeschapen dochter gekregen. Later keek hij een paar griep patiënten in de ogen en voelde hij een slachtoffer van een verkeersongeval bij de pols of deze niet gebroken was. Hij schreef ziekelijke oude dames recepten voor en luisterde met zijn stethoscoop op de borst van een patiënt. Zeddam stralend schoon en dorp van aanbiddelijk eenvoud. Met een kerk torentje om peinzend naar toe te kijken. Een molen om de schilder zien te van doen En door emotie er van weg te smelten. Jammer dat er in zo'n dorp dan mensen in hun ziektebed liggen met een vulgare griep of een dubbele beenbreuk. En hiermee vult de biljartende dokter toch zo'n 30 huisbezoeken af per dag. De biljartende arts, Die onlangs 2e is geworden in het kampioenschap en hoofdklasse driebanden. Wast zijn handen en sluit zijn tangen, pincetten en ander martelwerk tuigen dan ook veilig op in de kast.

Hallo Lammers! Steek de lampen aan, Verwarm de Biljarttafel en leg de ballen erop neer.'' Een heerlijk ivoor '' Twee bezoekers staan voor het doktershuis. Dokter Kok ziet hen binnenkomen, grijpt naar de telefoon en zegt.

Hallo Lammers, Doe de lampen uit, Zet de verwarming van de biljarttafel af. Ik heb patiënten, Nee, nee, nee roepen de bezoekers, We komen praten! Zo begon dus het gesprek bij binnenkomst in het doktershuis. En wordt voortgezet in het café gebouw waar dokter Kok een zaal heeft gehuurd. Waar als enige heiligdom zijn eigen glanzend groot biljart tafel staat opgesteld. Als we er binnen komen trekt de dokter zijn colbert jasje uit.' Lammer, een bejaarde hotelier, met eerbied in het oog voor de biljartmeester, Komt tevoorschijn met een zwart satijnen biljart vestje aangelopen. De oefening gaat beginnen. Dagelijks een uur vertelt de dokter en hij plaatst zijn eerste carambole met die verbluffende zekerheid. Waarmee een mitrailleur een heupwijdte meten kan.' Pang ' nog een tik-tik zeggen de behekste ballen die schijnbaar alles doen wat de dokter wil. '' Mens en Hobby '' Moet een medicus biljarten Dr Kok? Ja, zegt die, hij blijft ermee in zin buurt van zijn werk. Wat moet er van worden als hij paardrijden gaat of aan een plas gaat zitten. Dan is hij onbereikbaar, En wat is een man zonder hobby? Een uur per dag biljarten en hij studeert meer, Hij werkt meer, Hij verfrist zich en verjongt. Laatst was ik bij een man die 40 jaar tussen de duiven zat, Kijk eens naar het licht in de oogopslag van iemand die een liefhebberij heeft, Ik zelf kan geen fazant of duif onderscheiden van elkaar als ze niet gebraden zijn, maar ik genoot van zijn duiven vereniging, Toen deed 1 van de bezoekers een tactloze vraag, Een domme gevoelige vraag zoals slechts hij kan stellen, Die van edel kunst op het grote laken die geen notitie heeft, Wat is er zo mooi aan biljarten? Dr kok wil juist een juweel stoten ermee, De mooiste combinatie ermee maken, En toen met grijnzende blik keek hij naar de arme barbaar die hier mee gesproken had, Je bent geen biljarter, hè?

Nee, Geen geestelijke grootheid tot concentratie nietwaar? Geen allure om aan te geven dat het een heerlijk spel is, Geen fijn gevoel noch flair, noch oog voor beweging en lijn? Ach, arme om op mijn eentje te trachten feilloze stoten te fabriceren alleen om voldoening dat je de ballen kunt afdwingen anders te laten lopen en te reageren dat ze feitelijk van nature kunnen en willen. Vreemd dat de ivoren ballen dat doen willen. Dat het ander wil lopen dan voor de hand ligt, Wilt u geloven dat ik soms niet kan nalaten tegen de ballen te glimlachen, Het is of ze zeggen willen, Baas als je zo graag wilt dat we precies over die stippellijn denkbeeldige gaan die jij in je hoofd heb, dat doen we het maar, Al kunnen we het eigenlijk niet! '' 1 van de grootste '' Inmiddels is onze Nederlandse biljart medicus 1 van de grootsten geworden op gebied van zijn sport. Hij begon op 10-jarige leeftijd en hoorde toen hij 20 jaar was en zijn eerste prijs won, de clubvoorzitter zeggen, met des te meer genoegen reik ik de prijs aan je uit, omdat de winnaar niet alleen goed biljarten kan, maar ook zijn werk uitstekend doet.- Maat houden - Het moet spel blijven aldus dokter Kok, Een stimulans voor betere arbeid prestatie, Dan is een hobby gezond en heilzaam, Ik zei eens tegen een medestudent die leerde voor tandarts, Je kunt iedere dag in het café biljarten, maar als je iedere dag biljart, dan kun je geen tandarts worden, Lange tijd heeft dokter Kok zijn spel gestaakt. In 1930, toen hij in Zeddam kwam wonen (Dorp zonder groot biljart voor driebanden) Zei hij tegen het bestuur van zijn club, Hier is mijn biljart stok, Maak er maar een prijsje van. Maar in 1942 kwam de behoefte van de oude hobby toch weer naar boven, Hij kocht zichzelf een groot biljart met een luxe stuk gereedschap aan speelmaterialen. Het is een serieuze wedstrijd biljart en jij hij staat nu op de 2e plaats met beneden zich veel cracks (Spelers) die hoog aangeschreven staan in de biljartsport en zichzelf ook biljart meesters mogen noemen.


Uit het boek boven en onder dorp Zeddam

Hotel Engelbarts.

Het Hotel pension van Engelbarts aan de ‘s-Heerenbergseweg ontstond, toen vader Jan, geboren in 1909 en moeder Miets (geboren in 1919) naast de boerderij en het slepersbedrijf, net na de oorlog begonnen met gasten. Bed en ontbijt, het eerste voor indische repatrianten. Bij de boerderij. Jan, zijn geboortehuis, hoorde toen nog heel wat grond. Je kon vanuit Engelbarts de Vinkwijkse molen zien draaien; er zat haast nog geen bebouwing tussen. Engelbarts molk per transportfiets elke dag zijn vier koeien. Het paard liep voor de kar bij allerlei vervoer, tot doden wegbrengen in de oorlog en zand rijden o.a. voor de bouw van de Braamtse kerk. Jan was ook melkrijder, Toen de gemeente in de gaten kreeg dat Engelbarts het boeren wilde verminderen, zag die al gauw toekomst in bouw van een wijk met nieuwe huizen. De onteigening kwam tegen teen karige betaling en daar kwam de belasting nog eens achteraan om te innen. Engelbarts hield uiteindelijk alleen nog kippen. En het kippenhok staat er nog altijd.Miets kon haar ervaring, opgedaan in café Brinks, thuis goed gebruiken, In 1957 kwam met grote verbouwing het predicaat Hotel, opa en oma Engelbarts waren inmiddels overleden. Rond 1968 konden er bij Engelbarts zo'n vijftien gasten terecht. De groei ging door met het zwembad, zaal en extra verdieping. Maar ook de belasting wilde na 1980 steeds meer meeprofiteren. De branche is sindsdien steeds moeilijker geworden, maar het loopt nog steeds. Gasten, maar ook feesten en vergaderingen. Vooral de wekelijkse afscheidsavonden met gasten waren altijd aardig, herinneren dochters Mimie en Betsie zich.Mimie kreeg rond 1967 of 1968 verkering met Tonnie Agelink, die in Duitsland het worst maken had geleerd en als slager bij Daals werkte. Tonnie bouwde in 1976  zijn slagerij bij Engelbarts aan de achterzijde en begon er voor zichzelf, met personeel. Hier is sindsdien heel wat geslacht. Zo werden rond de kerstdagen van 1998 nog acht koeien verwerkt. De huisslacht was vanaf 1992 fini. Ook hier horen we de verhalen over koeien die er in het dolle ren vandoor gingen. De oudste dochter Astrid kwam inmiddels in de slagerij. Welk hotel kan in de folder schermen met eigen zwembad en slagerij


Kleine toelichting hierop, Het Hotel is momenteel een onder komen voor Oekraïeners, Zover ik gelezen heb, heeft Tonnie sinds kort een nieuwe winkel geopend, Ik kan niet bevestigen of de oude nog in gebruik is, Daarvoor moet u even contact opnemen.


Op de foto´s 1947, moeder Miets en Mimi, Vader Jan met stort kar en Albert van Raay, Het Hotel en de kippen met uitzicht tot aan de oude Doetinchemseweg uit 1960








Uit het boek rondom boven en onder dorp Zeddam

Bekkers Hobbyhuis

In 1962 vestigden Louise Bekker en Fried Bekker-Meuleman uit Ulft hun schildersbedrijf in Zeddam. Louis komt uit een schildersgezin uit Azewijn, Naast zijn vader oefenden nog drie zonen dit mooie beroep uit. Aan de ‘s-Heerenbergseweg werd een werkplaats gebouwd, die in de eerste twee jaar ook als woning heeft gediend. Aansluitend volgde de uitbreiding van het woonhuis met winkel. Dit was het startschot voor Bekkers Hobbyhuis, waar Fried haar klanten jarenlang met plezier heeft ontvangen. Er volgde opnieuw een verbouwing en in november 1968 was de heropening, Het assortiment van verf en aanverwante artikelen kon nu sterk worden uitgebreid. Vanaf dat moment kon men er terecht voor vrijwel alles op het gebied van, doe het zelf, handenarbeid en speelgoed. Een soort voorloper van de huidige bouwmarkt. Vijf jaar later volgde de derde verbouwing om alle artikelen wat ruimer te etaleren. Naast het runnen van de winkel gad Fried cursussen in leerbewerking. Het was hard werken van vroeg tot laat en het was passen en meten, want er was ook een gezin met dochter Ilse (Vak Fotografie Gerrit Varwijkplein) en zoon Louis jr. (Ook schilder en nog steeds woonachtig hier) waar voor gezorgd moest worden. Het was niet ongewoon dat men na sluitingstijd of op zondag via de werkplaats nog even naar binnen wipte voor die extra rol behang, een potje verf, Of een paar schroeven die men te kort kwam, Of voor dat ruitje dat nog even gezet moest worden. Waar Fried altijd in de winkel te vinden was, runde Louise Bekker het schildersbedrijf en snel waren ze bekende gezichten in Zeddam en omstreken, Zes dagen in de week werken was in die dagen heel normaal, Met veel plezier hebben ze dit jarenlang gedaan, Op 1 januari 1991 werd het stokje van het schildersbedrijf door gegeven aan zoon Louise Bekker jr. Na enige tijd werd de winkel gesloten en de vrijgekomen winkel toegevoegd aan de werkplaats van het schildersbedrijf. Tot op heden is het schildersbedrijf nog steeds gevestigd aan de ‘s-Heerenbergseweg 7A. Louise Bekker sr. Is in 2012 overleden.

Op de foto’s Theo Bekker met zijn drie zonen, v.l.n.r Antoon Bekker (Terborg) Frans Bekker (Azewijn) Louise Bekker sr. (Zeddam) en vader Theo (Azewijn) En Fried in haar winkel.

Uit het boek rondom boven en onder dorp Zeddam

Bakkerij winters.

Rond 1920 was het een moeilijke, slechte tijd. Toon Winters (1900) geboren in Azewijn uit een gezin van dertien kinderen, begon als twintigjarige knaap te werken bij Vulcaansoord in Terborg om zijn reis te kunnen te bekostigen naar Amerika. In 1923 begonnen als afwashulp eindigde hij daar als bakker en werkte er tot 1930. Omdat zijn moeder ernstig ziek werd, ging Toon weer naar huis. Wel met voldoende dollars op zak. Opa Daals, gepensioneerd gemeenteveldwachter, verkocht in augustus 1932 aan de beide dochters Maria Daals, modist in Zeddam, en dochter Elisabeth, wonende in Tilburg, een perceel bouwland voor de verkoopprijs van vierhonderd gulden aan de Grintweg (‘s-Heerenbergseweg) in Zeddam. Als bakker ging Toon aan de slag bij bakkerij Dijkman in s-Heerenberg. In die periode leerde hij Doortje Daals kennen, een zus van slager Nol Daals. Toon had wel het idee om zelf een bakkerszaak te beginnen. In maart 1933 vroeg hij een vergunning aan voor het oprichten van een machinale broodbakkerij en plaatsen van een hete wateroven en elektromotor. Het geld dat Toon in Amerika verdiende kwam goed te pas. Hij bouwde een huis met bakkerij, kruidenierswinkel en lunchroom aan de Grintweg (s-Heerenbergseweg) Toon Winters trouwde in 1933 met Doortje Daals en het gezin kreeg twee dochters. Doortje en Dinie. Vader Toon had voor de oorlog al een auto in Azewijn. Ma Winters stond indertijd in de bakkerszaak, winkel en lunchroom. Marie Ariens heeft ruim 25 jaar in de winkel geholpen. In de bakkerij werkten Jan Derksen en Teun Willemsen in vaste dienst. Ook Theo Harmsen uit Kilder en Piet Varwijk uit Zeddam hielpen vaak mee in de bakkerij. Doortje, in de oorlogsjaren hadden we geregeld vier knechten. In 1953 kwam Antoon Weijers uit Kilder als knecht te werken en in die periode kregen wij verkering. Ondertussen behaalde Antoon zijn diploma’s voor bakker en banket. In 1961 volgde hij een lerarenopleiding in Wageningen en na zijn diploma’s verhuisde we naar Borne. Als leraar heeft Antoon al die jaren les gegeven aan de Ats Bakkersschool in Almelo, Doortje ging als zestienjarige in de winkel werken en Dinie deed meer het huishoudelijke werk. Bij drukte in de winkel sprong zij bij. Op het eind van de oorlog werd de bakkerij behoorlijk beschadigd evenzo de lunchroom achter de bakkerij. Veel later kwam hier het geschenkenhuis Varwijk. Hent thuis was elke dag even achterom bij Toon Winters. Een keer heeft Hent de grond achter het huis bij Winters omgespit. Hent was gek op krentenbrood. Toon winters, Hent we hebben nog krentenbrood over, die we voor het weekeinde nog gebakken hebben. Als je trek heb, begin er maar aan, Dat was niet tegen dovemansoren gezegd. Van de overgebleven krentenbroden verorberde Hent een kilo achter elkaar. Dat smaakt heerlijk. En is er toevallig ook nog zo'n grote cake overgebleven? Geef maar hier, die kan er nog wel achteraan, lachte Hent. Dinie Winter, Bij ons in de bakkerij was het altijd een zoeten inval. Na de werkzaamheden werd er gekaart en over de duiven gesproken. Het was altijd gezellig. Jan en Theo Derksen, Johan Ampting en niet te vergeten Hent Thuis, zij waren kind aan huis. Er werd in die dagen veel gekaart. Trokken was het kaartspel voor de heren, Ook vader Toon deed mee. Elke zaterdagmiddag kwam broer Braakhuis aan de voorkant van de winkel het grind harken voor een pakje sigaretten. De bakkerij en winkel werden in 1966 verkocht aan bakker Bos, die toen aan de Kilderseweg zijn domein had. Martin Boss nam de bakkerij voor zijn rekening en Frans de winkel. In 1967 kwam de supermarkt Elka bij Jan Baars, dat was de doodsteek voor de winkeliers, aldus de beide zusjes. Begin 1967 trouwde Doortje met Antoon Weijers uit Kilder en verhuisde Borne en Dinie trouwde op het einde van het jaar met Ben Schlief uit Loerbeek. Zij nestelde zich in Hengelo (Gld) 






Uit het boek rondom boven en onder dorp Zeddam.

Varwijk Geschenkenhuis.

In juni 1967 opende Varwijk interieurbouw aan de ‘s-Heerenbergseweg een showroom in winkelbetimmering. Bets Varwijk vond de fraaie, maar lege schappen en toonbanken een wat kale bedoening en ging deze aankleden met serviesgoed en glaswerk. In 1973 werd de ruimte definitief ingericht als winkel met glas, porselein, aardewerk en ook cadeauartikelen. In januari 1991 nam dochter Els de zaak over en breidde het assortiment uit met kinderkleding. Ze stopte in april 2006, Hier zit nu de regiobank van de familie Rikken, Het pand staat naast de Horizon. ‘’ Op de foto’s de achterzijde en woonhuis in 1965 en de winkel opening 1991 met Els.






Uit het boek Rondom boven en onder dorp Zeddam.

Het bedrijf van Ditshuizen Bouwmaterialen is opgericht rond 1900 en heeft zich vanaf die tijd steeds verder ontwikkeld. Begonnen met de paardentractie en enkele werknemers waren rond 1976 al 40 medewerkers en veertien vrachtauto´s en combinaties op de weg. In de dochteronderneming in Didam werkte nog eens 25 mensen. Aan de Oude Doetinchemseweg 51 ontstond een flink complex waar in 1976 nog een moderne showroom is bij gebouwd. Naast bouwmaterialen werden ook keukens, open haarden en sanitair verkocht. Na overlijden van directeur Theo van Ditshuizen (1938-2011) kreeg het voormalig van Ditshuizen terrein een woningbestemming en verhuisde het naar het industrieterrein in Wijnbergen, Hier is het later onder een andere naam verder gegaan, Het oude woonhuis en kantoor is door de dochter van Van Ditshuizen woonachtig gemaakt, Zei is hier in gaan wonen met haar man/vriend


De samen gestelde foto staat niet in het boek van het Rondom boven en onder dorp, maar is ingezonden uit meerdere foto door Gudo Nijenhuis 




Gelderlander scoren hit in Duitsland met Carnavalskraker. Het was maar een grapje.

Zeddam Vrijdag: Zoals met alles neemt Nederland afwachtende houding aan.

Maar de Duitsers daarin tegen draaide de carnavalskraker' Elfie' van Hollandse makkelijk, bijkans grijs. Het frivole verhaal over een heerschap in lederhose op vrijersvoeten vinden onze oosterburen te mooi voor woorden. Het droommeisje Elfie. Dat de man uiteindelijk weet te versieren blijkt na enkele hou je vast coupletten een pakkende meedein refrein een jongen te zijn. Lachen 'Elfie' gaat in Duitsland dan ook in groten getale de toonbanken over.

De schrijvers, componisten en uitvoerders ervan, Marc van Ditshuizen en Ariën van der Velden respectievelijk uit het Gelderse Zeddam en Leerdam staan volledig paf






Uit het boek rondom boven en onder dorp Zeddam.

Bakkerij en supermarkt

Bakker Frans Braam, geboren in Vethuizen, heeft in 1937 het huis gebouwd voor een bakkerij/kruidenierswinkel aan de Benedendorpstraat in Zeddam. De grond heeft Braam aangekocht van zijn buurman, de familie Berendsen. Frans was bekend als een druk baasje. Hij fietste Zeddam rond met soms twee grote legen gebaksdozen, om aan te geven hoe goed het liep. Het gezin kreeg vier kinderen. In 1961 is bakker Braam gestopt en de winkel met toebehoren werd verkocht aan Frans en Annie Delleman-Geritschen, In datzelfde jaar gingen trouwen, Delleman 1933, geboren in Braamt, ging na de lagere school aan de slag als bakker. Frans werkte bij Veldmaat in Zeddam, waar hij zijn vrouw Annie Gerritschen leerde kennen en bij drie andere bakkers. In de avond uren volgde hij bakkers lessen. Het gezin kreeg drie kinderen. In 1967 kwam de eerste grote verbouwing. Het benedenhuis werd een winkel en de bovenverdieping werd het privégedeelte. In de eerste periode werd de winkel Kroon, Bij de tweede verbouwing in 1976 waren we de eerste met onze supermarkt Attent, die vleeswaren verkocht vanuit de koeling, Aldus Annie Delleman. Zeven jaar later werd de naam Super Service. In de beginperiode hebben Hans en Frank in de bakkerij mee gewerkt en Helga in de winkel. Oliebollen bakken was de specialiteit van Frans, Beide jongen werken in het bakkersvak. Annie Delleman, Zeven dagen in de week werken was het. Frans deed de boekhouding en zelf zorgde ik voor de rekeningen. Doordeweeks of zondags, altijd kwamen de klanten achterom als zij wat te kort kwamen. Het ventwerk in het weekeinde met een busje was toevertrouwd aan Tonnie Kuster, In 1988 is de familie Delleman gestopt met de zaak. Vijf jaar later zijn ze verhuisd naar de Delweg, Annie woont momenteel nu in de Steg. De hobby's van Annie zijn vrijwilligerswerk in het Sydehem en de museumboerderij de Gildekoat en Frans met bijen als Imker en met tuinieren. Een mooie hobby was maken van een rozenkrans van bonen. Frans Delleman is 81 jaar geworden, Annie Delleman’’ In 1981 stopten Johan en Doortje Bekker met hun levensmiddelenwinkel. We hebben het restant in de winkel overgenomen. Daarbij ook een speciaal reclamebord ‘’ Ik voel mij als een vorst bij stamppot met Unox worst ‘’

Op de foto’s Levensmiddelen en bakkerij Frans Delleman, Frans als Bakker en de familie Delleman. V.l.n.r Annie, Frank, Hans, Frans en Helga.








Uit het Boek Rondom Boven en Onder dorp Zeddam 


Zeddam is al toeristisch dorp belangrijk opgekomen door de pensions. Tientallen gezinnen gingen, vooral na de oorlog, hun woonruimte een of meer weken delen met vakantiegasten. Die waren vooral logees, aten mee aan tafel, deelden huis. Voor deze bijverdienste zetten de bewoners de eigen behoeften even op de achtergrond. De gasten moesten een goede tijd hebben. Ze waren in die naoorlogse jaren nog niet zoveel luxe gewend en genoten als ze een weekje buiten de stad waren en lekker eten voor geschoteld kregen. Een busrit naar Duitsland tijdens de Zeddamse week maakte hun vakantie helemaal af. Gerda en Theo Huntink hadden hun pension ´ Aan de heuvel ´ aan de Kerkweg van 1968 tot 1980. Het seizoen liep van mei tot september. Met losse hulp Trees Struken werd het pension opgezet met vijf kamers. De bewoners sliepen zelf beneden, Het huis is onderkelderd. Er is een folder uit 1976 bewaard. Op zaterdagmiddagen arriveerde de nieuwe gasten. Ze begonnen met een naar keuze korte of lange wandeling. Onderweg werd naar de gasten van Hunting per busje een theepot gebracht met gebak of koekjes, 's Avonds was het tv kijken, We hadden voor de gasten een prijslijst. We maakten Sorbet, schonken soms een borrel van de Sligro, hoewel dat niet mocht. Gasten die al vaak op leeftijd waren gingen vroeg slapen. Een dagtochtje of middagje Elten, maar de gasten gaven niet veel geld uit. Ze namen meestal net meer geld mee dan een rijksdaalder voor postzegels. Het waren vaak dezelfde families. Financieel zat er geen speld tussen, Je was dag en nacht bezig, de belasting zat op het vinkentouw, Geleidelijk gingen de gasten meer eisen stellen, Bijvoorbeeld eigen badkamers

Op de foto Pension ´´ Aan de Heuvel ´´ 


Uit het boek rondom boven en onder dorp Zeddam


Hotel Eureka

Een opvallend hoog pand aan de Kilderseweg, dat op oude ansichten van de dorpskom al voorkomt. In 1958 zijn Ben Kummling en Diny Rikken getrouwd en hebben het huis van meester Verbeek aan de Kilderseweg 24 gekocht. Voor Meester Verbeek woonde daar dokter Nuyens, die het pand rond 1900 zal hebben gebouwd. Diny Kummeling, Toen we het huis kochten hebben we het verbouwd en zijn toen begonnen met pensiongasten. De naam Eureka hebben we toen zelf bedacht, Haar man Ben werkte in Doetinchem bij de PTT. Diverse verbouwingen zijn er aan vooraf gegaan tot het pension tot stand kwam waar 25 personen konden worden onder gebracht. Na twintig jaar zijn we gestopt en hebben het pension verkocht aan de familie van Gendt. Zoon Aad heeft het als hotel gerenoveerd en voortgezet.tot begin 2017, Momenteel zijn hier Polen onder gebracht en is het naast gelegen Hertenkamp door de jaren heen vernieuwd. Zoals de ´s-Heerenbergseweg en de Kilderseweg een geheel nieuwe uiterlijk met nieuwe bomen hebben gekregen en voorzien van een nieuwe riolering die in de jaren 60 voor het eerst is aangelegd, Het tegen over gelegen Europa plein zijn huizen op gebouwd.

Op de Foto Hotel Eureka.





Uit het boek rondom boven en onder dorp Zeddam


Al voor de Eerste Wereldoorlog begonnen Toon en Marie van Remmen Kleinpenning met een fietsenhandel en werkplaats een de Benedendorpstraat. Hierin werkte als medewerker Hendrik Koster, die later met een eigen fietsenzaak aan de Kilderseweg begon. Doordat het assortiment steeds toe nam, groeide het bedrijf uit tot een compleet warenhuis. Behalve potten en pannen werden weckflessen per tram aangevoerd en ook tuin gereedschap. Naast de winkel werden fietsen opgeknapt en door Toon zelf gemoffeld. Zo is het galvanisch bedrijf van Theo ontstaan. Later begon Toon van Remmen naast fietsen en bromfietsen ook in auto’s en zo ontstond het garagebedrijf. De eerste drie automobielen in Zeddam waren die van veearts Hoogland. Van Ditshuizen en Toon van Remmen. Het echtpaar Van Remmen kreeg elf kinderen, vijf jongens en zes meisjes. Alle vijf zonen en twee dochters hadden later hun eigen bedrijf. Zoon Tonnie zette de werkplaats van zijn vader voort met fietsen en bromfietsen (Avaros) en scooters, zowel reparatie als verkoop. Zoon Theo begon aan de andere kant van het huis met een galvaniseerinrichting en zoon Bennie nam het warenhuis over. Sietske van Kleef uit Belfeld. Kwam in 1953 in Zeddam te werken als maatschappelijk werkster voor de acht kerkdorpen van de gemeente Bergh (Nu Montferland) Zij kwam als 23-jarige bij Bernard en Lien Kamperman-van Bergen in de kost. Alles werd toen met de fiets gedaan. Vanwege de vele afstanden kocht zij bij Tonnie van Remmen een scooter en Sietske kreeg les van broer Bennie. Door die rijlessen kregen zij verkering en ze trouwde in 1957. Beide hebben het warenhuis voortgezet. Zij moesten helemaal van onderop beginnen en totaal werd er in al die jaren zeven keer verbouwd.

Op de foto vooraanzicht van de winkel  





Uit het Boek Rondom boven en onder dorp Zeddam.

In mei 1958 komt Gerrit Aaldering (vertegenwoordiger bij Luxan) thuis van een klanten bezoek en vertelt zijn vrouw dat er in het mooie Zeddam in Montferland een hotel te koop staat. Eigenlijk zou hij graag het vertegenwoordigingswerk aan de wilgen hangen en horeca-ondernemer worden. En zo trekt Gerrit met zijn vrouw Mariet en kinderen naar Zeddam, naar het hotel dat toen bekend stond als het Kegelhuis. Aaldering deed er alles aan om het hotel groeiend en bloeiend te maken. Alles kon. Het etablissement was naast het hotel ook een kegelbaan en slijterij. Toen patat in de mode kwam schroomde Aaldering niet om onmiddellijk een cafetaria in de serre van het hotel te exploiteren en voerde hij een concurrentiestrijd aan met de buurman, om de goedkoopste patat. Zodra het weer tijd was dat de mensen hun vakantie gingen bespreken, trommelde Aaldering zijn talrijke zonen op. Zondags ging hij richting het westen, om huis aan huis te folderen. Honderden gasten kwamen iedere week voor een geheel verzorgde trip (inclusief avondprogramma) halen en brengen per bus, naar Montferland. En natuurlijk ook naar Hotel Aaldering. Dat vrouw Mariet bijzonder was mag wel gezegd. Naast verzorgde gastvrouw in het Hotel, had zij inmiddels de zorg over tien jongens en een meisje. Die werden al vroeg ingeschakeld bij de hotelbeslommeringen, de enige dochter heeft het hotel tot 2005 voortgezet. Gerrit en Mariet wilden hun hotel wel wat allure geven. Een zwembad, nog ongewoon in die tijd, werd er aan toegevoegd, Dit trok veel gasten. De menukaart was groot genoeg om indrukwekkend te zijn. De gerechten in links Franse en rechts Nederlandse taal, waren talrijk, met acht soorten biefstuk, varkenshaas, e.d. en zelfs twee Indonesische gerechten. Op de voorgedrukte ansichtkaart stond ‘ wij hebben het hier erg naar ons zin ‘ De gasten hoefde alleen nog maar hun naam in te vullen om de kaart te versturen naar de familie in het westen van ons land. Gerrit wilde zeker weten dat de boodschap op de juiste manier zou overkomen. Ook zijn afscheid van de gasten was in die dage uniek. Teruggekomen van een mooie vakantie in het Montferland vond men een blauwe belastingbrief op de mat. Maar in plaats van schrik was er een verrassing. Gerrit en zijn vrouw Mariet bedankten de gast per post en hoopten op een spoedig weerzien in hun Hotel. En terug komen deden de gasten veelal. Nog heel wat jaren was Kerst en oud en nieuw bij Aaldering beroemd. De chique buffetten, de heren in smoking, de dames in het lange en de kinderen opgedoft in hun beste kleren mochten de gasten vertederen, Ja, noem dat maar geen marketing in die dagen. Zelfs tot lang na de overname, toen dochter en schoonzoon de zaak voortzetten, bleven die feestelijke dagen in de herinnering van de gasten hangen. De familie Aaldering was horecafamilie tot op het bot. Heel veel van de ruim vijftig verblijfsaccommodaties in en rond Zeddam zijn helaas verdwenen, Hotel Aaldering werd in 2005 gesloopt en vervangen in het hof van Varwijk.

Op de foto’s binnenzicht Hotel Aaldering, Het verhuizen van de VVV-Kiosk met in het midden Gerrit Aaldering. En het V.V.V Bestuur, Teun van Dillen, Gerhard Pas, Gerrit Aaldering, Frans Tomesen en Marjolijn van Heteren.







Uit het boek rondom boven en onder dorp Zeddam


Ruimzicht groeit mee met de toeristische markt.

Gasten die de 22 Zeddamse winkeltjes afstruinden, maar de markt waar Zeddam mee groot is geworden is, bestaat niet meer, zegt Jos Geerdink van Ruimzicht, een van de drie overgebleven hotels. Hij vertelt over het grote verschil tussen horeca toen en nu. De klant van nu is mobieler. Logies met ontbijt in het weekeinde en ze gaan de streek in met fiets, e-bike of auto. En ze willen zoveel mogelijk voor zo weinig mogelijk geld. De klant bepaalt welke kant je als hotelhouder op moet. ‘ Veranderd ‘ Het hotelvak is totaal veranderd, We hadden zestien weken achtereen groepsreserveringen. Nu is het vooral kort verblijf van individuen. Je heb dus meer mensen nodig om dezelfde kamerreserveringen te boeken. Vroeger was het alleen toerisme, nu is de helft hier de zakelijke markt. J moet het werk binnenhalen. We hebben twee mensen alleen voor de marketing. Vader Henk Geerdink (1915-1950) had naast het pension nog lang zijn werk bij slager Zadelhof in Doetinchem. Moeder werkte bij pension Kuster en deed verstelwerk bij dokter Kok. Vader kwam uit Lichtenvoorde en leerde haar kennen op de kermis in Stokkum. Ze kochten het huis van Wolswijk (huidige Ruimzicht) voor 10.000 gulden en begonnen er na de oorlog een pension. Daarmee voorkwamen ze ook een verplichte inwoning. De gasten sliepen in de eigen kamers. Elk jaar werd er een stuk aangebouwd. Naast 60 gasten kwamen er in dependances wel 30 of 40 extra bij. Het was een familie bedrijf waarbij opa nog hielp aardappelen schillen. ‘ Vader Geerdink had een vooruitziende blik en kocht aan de Kilderseweg grond van boer Rikken. Van Kip kocht Geerdink het naastgelegen hotel pension ‘t Heem erbij. Jan van Vliet trad op als makelaar en was zelf een half uur eigenaar. Ruimzicht is breed in de markt. Vanuit Zeddam verzorgt Ruimzicht de kantine van de pabo in Doetinchem. Naast het hotel is elke dag kans dat er nog een tafel komt binnen lopen, dat wil zeggen, gezelschap eters. Grote feesten en bruiloften zijn er haast niet meer, maar de OAD brengt zaalbezetting van mei tot september. Daarbuiten doet vaak de zaal dienst voor cursussen, omdat de huidige klant kleinschalig zoekt, doet Ruimzicht ook catering, waar rond de kerst animo voor is. Bier en discomuziek zijn uit de gratie. Pieterpadders worden daarentegen met goedkoop vervoer als gasten binnen gehaald. Geerdink betreurt dat van de Zeddamse hotels er nu nog maar drie over zijn, naast Ruimzicht alleen Engelbarts en Carpe Diem. De rest is gestopt of inmiddels overgegaan op het huisvesten van Poolse arbeiders ‘’ 

Kleine toelichting hierop: Hotel Engelbarts is er ook mee gestopt, Carpe Diem is verhuisd naar Vethuizen, Ook wel bekend als de Havezathe 


Op de foto’s Hotel Ruimzicht. Geheel rechts:plm. Jose (8 jaar) Jos (2 jaar) Annelies (5 jaar) en Ome Hent Rikken in 1962. ‘’ Foto Hotel ‘t Heem ‘’ En de retro stijl uit 1965 







Uit het Boek rondom boven en onder dorp Zeddam 


Pension ‘t Vinkske en timmerfabriek Tomberg


De familie Tomberg had tot 1961 een pension aan de Terborgseweg 48a, genaamd ‘t Vinkske . Gerrit Tomberg (1919)  en zijn vrouw Cor Tomberg-Zweers (1916) hadden hun kinderen in stapelbedden ondergebracht om de pensiongasten in de eigen kamers te kunnen herbergen. Moors bracht telkens zes tot acht gasten. Moeder kookte, al was ze geen echte kookster. De zoon van een van de gasten hielp melk rondbrengen bij Jan Pap (Bisselink) De familie Tomberg had sinds jaar en dag een timmerfabriek, opa Martin Tomberg maakte botervaatjes voor de zuivelfabriek en werkte daarnaast bij de chocoladefabriek in Emmerik. Toen hij ging trouwen kreeg hij daarvoor maar een halve dag vrij. Opa wilde graag dat twee zonen de zaak zouden voortzetten. Het werd zoon Gerrit. Hij is maar 53 geworden en zoon Nico nam als 21-jarige de zaak over. Gerrit heeft nog lijken kisten gemaakt, Om te kijken of ze goed dicht zaten moest ik erin gaan liggen of er nog licht door de naden kwam, zegt Nico. Tomberg werkte in die tijd ook voor Nemaho. Dat Doetinchemse bedrijf bouwde twee maal voor eenzelfde petrochemisch bedrijf in Engeland. De tweede keer na een ontploffing. Tomberg werkte ook aan de melkfabriek in Vehlen, over de grens. In maart 2015 is het timmerbedrijf ermee gestopt. Door ziekte moest Nico stoppen met werken. In het Oswaldus Gilde was hij vanaf 1988 bestuurslid (Kapitein) waarvan zestien jaar Overste. Ook heeft hij aan motorcross gedaan. De timmerfabriek wordt momenteel verhuurd. Zoon Rob is zzp'er timmeren en zoon Kees doet als specialiteit luchtdicht bouwen


Op de foto’s Het ouderlijke huis aan de Terborgseweg, De uitbreiding van de werkplaats en de huidige werkplaats in 2017 ‘’ Ik zelf heb de tijd nog gekend, dat aan de achterkant in een klein weilandje een ezeltje hadden rondlopen, dat we het hek over klommen om deze te proberen te bereiden. 







Uit het boek rondom boven en onder dorp Zeddam.

Santiago de Chile

6 maart 1960

Beste Theo, vanuit een verafgelegen land de hartelijkste dank voor je hulp aan de Missie verleend. ‘t Spijt me, dat ik niet onmiddellijk geantwoord heb, maar in mijn nieuwe functie, die ik hier nog maar pas bekleed, is er van alles komen kijken waar ik nog aan moet wennen, het is net of je voor het eerst in een echte goal staat. Enfin je kent dat. Ik waag het er maar op, om de enveloppe van de eigenaardige adres scenario te voorzien. ‘t Moet nogal een hele onbekende in Zeddam zijn, als hij niet zou weten, waar of die bezorgd zou moeten worden. De 7e maart is hier het nieuwe schooljaar begonnen in een splinter nieuwe school waar de slopjes jeugd uit de grote stad achterbuurt waarschijnlijk op uit gekeken zal raken.

En het is een aanwinst- ook dankzij jou en de andere Nederlanders, die ons hulp en - voor de buurt van de (schrik maar niet - en vertel het niet aan mijn moeder) strot afsnijders. Ik kan er niks aan doen, maar die bijnaam heeft het hier- verdiend. Gelukkig doen ze ons niets kwaad en groeten ze van alle kanten als je er langs of doorheen komt. We hebben nu een Chileen rondlopen die broeder wil worden en de 25e krijgt hij het habijt aan. In Calca, waar we ook een school hebben, zijn er nu zeven aan de studie. We hopen dat er enkele door zal zetten. Tot zover dan. Nogmaals mijn hartelijke dank namens onze schoffies vooral. Hartelijke groeten, je oud buurjongen en supporter Henk Lukkezen


Op de foto’s Theet Fenneman, doelman van Zeddam 1, voetbalde met een selectieteam uit de regio Oost Gelderland in Arnhem een voetbalwedstrijd tegen Be Quick uit Groningen. Iedereen kreeg na afloop een medaille ‘’ Junioren elftalleider Theo van Ditshuizen met de c Junioren op het hoofdveld van v.v. Zeddam 1962. Theo van Ditshuizen was in die dagen gekleed in wit met pet en korte broek. We noemden hem oom Elek Schwarz, De Oostenrijkse trainer van het Nederlands elftal. Staand v.l.n.r Theo van Ditshuizen, Jan Leijzer, Rob Fenneman, Jan Helmink, Leo Kock, Ton Vriezen en Bennie Gasseling. Zittend v.l.n.r Gerrie Willemsen, Jaap Hoogland, Wim Hoogland, Fons van Uum en Rudie Mulling







Uit het boek rondom boven en onder dorp Zeddam.
Wim Jansen, geboren in Braamt (1921) van de ‘ Koppel ‘ was boerenknecht. Wil trouwde met Annie Kleinpenning van café, station, koffiehuis en timmermansbedrijf Kleinpenning en kwam te wonen in het huis van Dina Engelbarts in de benedendorpstraat in Zeddam. Begonnen als boer kreeg het gezin Jansen zeven kinderen. Gerrie, Ria, Annemiek, Wilma, Hermien en Herman. In 1956 verhuisde het gezin Jansen naar de Vinkwijk 59a. Het huis is in 1955 gebouwd op grond van schoonvader Herman Kleinpenning. Daar werden nog vier kinderen geboren. Hans, Marcel, Jos en Robertino. Wim begon met koeien op de gildegrond, het voetbalveld en bij Broekhuis. In die dagen werden eieren verkocht op de markt in Doetinchem en ‘s-Heerenberg. Later ook in Winterswijk. Na enige tijd kwamen daar ook de bekende haantjes bij. Na zijn veertigste heeft Wim twaalf diploma's gehaald. Van middenstand tot poeliersdiploma. Uitbreiding volgde met legbatterijen en poelier. Een varkensschuur werd bijgebouwd. In 1966 begon de familie Jansen met een pension voor Spanjaarden. Zowel in Zeddam als later in ‘s-Heerenberg. Zij kwamen ook te werken in de kippenslachterij. In ‘s-Heerenberg aan de Emmerikseweg 3 werd een winkel geopend met kruidenierszaken, wild, gevogelte en gegrilde haantjes. Deze werd gerund door meisjes, maar in die dagen hielp iedereen mee, zowel op markten als in de winkel. Als een van de kinderen ging trouwen gebeurde dat altijd op de woensdag. Op die dag was namelijk de winkel gesloten. In 1970 stopte de winkel in ‘s-Heerenberg. Vervolgens begon Wim als cafetariahouder in de werkplaats van opa Kleinpenning tussen het café en het gilde. Later werd de cafetaria overgedaan aan Rens Kleinpenning. Rond 1988,na zijn pensionering, begon Wim Jansen zich te wijden aan de natuur. Zijn voorliefde was om de bermen in de gemeente Bergh (Montferland) op te sieren met zaden, die door hemzelf zijn gewonnen van wilde planten, zoals o.a. klaproos, margriet, vingerhoedskruid, blauwe korenbloem en melkdistel. Dit gebeurde meestal op onbegroeide stukken grond. Op de Langeboomsestraat, ir. Kersjesweg, Zeddamseweg of in de Vinkwijk, overal werden de bermen verfraaid. Zijn andere hobby was zijn eigen methode van het maken van wijn. Druiven, rode bessen, aardbeien, bramen,vlier en kruisbessen werden verwerkt tot wijn, Menig wijntjes werd in huize de Ni-je Koppel (Nieuwe) gedronken. Daarnaast werd in die dagen menig kaartje gelegd (bridge) Wim overleed in 1998
Op de foto Wim en Annie in de tuin.



Zeddammer zet 37e Nationale bomen dag in het teken van fruit
De Oogst is voor iedereen.
Een artikel geschreven door Marie/Therese Roosendaal
Populieren en eiken noemt hij hakhout. Zeddammer wim Jansen (71) plant op de 37e nationale bomenfeestdag iets anders dan hakhoutbomen in de stad. In plantsoenen en langs sportvelden. Daar hebben mensen en dieren iets aan. Deze bomen geven niet alleen zuurstof, maar hebben meer functies. In het voorjaar komen de bloemrijke bloesems, Een lust voor de zomer kunnen mensen de stengels met lekkere kersen en pruimen eten tijdens hun mengeling, de oogst is voor iedereen gezond, want het is onbespoten fruit, aan gif doe ik niet. , De achterhoeker kwam op dit idee, de gemeente schenkt hem in maart de eerste fruit bomen. Hoewel die belangstelling een beetje overdreven door anderhalve meter fruitsprietjes met kluit, Moet het over twee jaar maar eens komen, spreekt Wim Jansen veel belovend. Met een schoolklas van tien en 3 leraars uit Zeddam stak de bomen in de grond rond een terrein van annex sportveld worden er opnieuw twintig geplant. In een jonge woonwijk. Een kind uit de klas krijgt walnoten, peren, appelbomen. De zorg ervoor dat ze al jong de waarde van de natuur bij. En op deze manier heiligen ze zelfs het kleinste kattekwaadje, zodat we niet bang hoeven te zijn voor vandalisme, Eerbied voor de natuur moeten we ze bijbrengen. Wim Jansen omschrijft zichzelf als een natuur liefhebber en buitenmens. Zijn auto doet hij aan de kant, Ik heb genoeg achter het stuur gezeten, toen ik nog werkte, nu doe ik alles per fiets. Zelfs een lift van twee kilometer slaat hij, terwijl hij zijn hoedje op zijn hoofd plant af: Maar als je de bomen achterin mee wil nemen. Hij plant zijn bomen dan ook niet op de verkeersrotonde. Dat wordt niets met al die uitlaat gassen. Wim jassen staat in de Gelderse gehucht bekend als de bloemenman. Al acht jaar geleden maakte hij van de berm naast het smalle landweggetje voor zijn huis een wilde bonte bloemenzee. Foto’s in zijn boerenwoning getuigen ervan, Toeristen kwamen er met horden eropaf. Ik heb er helaas bordjes met verboden te plukken bij moeten zetten. Een dame was met een snoeimes aan de wandel. Ze zei, die bloemen zijn toch voor iedereen’’ Mijn antwoord was voldoende, als u ze op vaas zet, zijn ze nog alleen voor u. ‘’ Zijn initiatief kreeg navolging, Van over de hele wereld kreeg in aanvragen voor zaadjes. Prachtig man. Ik hoop dat ze het idee van fruitbomen ook oppikken





Reacties

Populaire posts van deze blog

Online boek '' Zeddam ''

Niemand doet de Mond open (De Bek)